Gedichten. Deel 1
(1899)–P.C. Hooft– Auteursrecht onbekendSonnet.Schoon oogen die vermeucht te nemen en te gevenGa naar voetnoot+
De sielen die ghij wilt door uwen harssenstrick,Ga naar voetnoot2)
Die met het spelen van een vriendelijcke blick
Soo vaeck ontsteeckt, en bluscht de vlamme van mijn leven,
5[regelnummer]
Ach in wat dampe moet mijn siel onseker sweven
Door wrevle nijdicheit en 't ongeval vol schrick,Ga naar voetnoot6)
Met haer verbolgen storm en swarte wolcken dick,
Sint datse tusschen mijn, en u mijn sonne dreven!
Charifa' in dese nacht in desen hel vol smart
10[regelnummer]
Neem ick mijn toevlucht tot u beeldt, dat in mijn hart
Soo groot verheven staet, en vult alleen mijn sinne.
Maer wt haer claerheit las! mij geen verlichting rijst,Ga naar voetnoot12)
En sij doet meer niet dan dat sij mijn annewijstGa naar voetnoot13)
Hulpeloose' afgodin op u alleen Godinne.
Charifa.
|
|