Gedichten. Deel 1
(1899)–P.C. Hooft– Auteursrecht onbekend
[pagina 23]
| |
[Hoewel t verstant][Wijse:] Engelsche fortun.Hoewel t verstantGa naar voetnoot+
Geensins de Minne vliet,
Gemenen brantGa naar voetnoot3)
Becoort mijn sinnen niet,
5[regelnummer]
Geen bosgodin
Oft Nimph ontstack mijn vlam,
Maer een Godin
Die wt den hemel quam.
U heusheit soet
10[regelnummer]
Verciert u wesen, maer
U fraey gemoet
Blinckt in u oogen claer,
Gentile bo'on
Van een gentile geest,
15[regelnummer]
Dick sijn de Go'onGa naar voetnoot15)
Hier door becoort geweest.
Als Phebus lichtGa naar voetnoot17)
Sdaechs wren heeft vervult,
Schoon int gesicht
20[regelnummer]
Schijnt sterr' en maen vergult
Maer wanneer hij
Steeckt smorgens op sijn hals
Verdwijnen sij
En blijckt haer schoonheit vals.
25[regelnummer]
U schoonheit lach
Int hart mij menich weeck,
Wat vrouwlick sach
Staech ick bij u geleeck,
Hoe schoon sij scheen
30[regelnummer]
Hoe hooch van Aert, nochtans
Flux sij verdween
Bij uwe schoonheidts glans.
| |
[pagina 24]
| |
Al tgene dat
Men meest ter werelt acht,
35[regelnummer]
Rijckdoom van schadt
En hoocheit van geslacht,
Is dunckt mij niet
Bij u manieren waert,Ga naar voetnoot38)
Maer minne vliet
40[regelnummer]
Als wanhoop mij beswaert.
Soud' wanhoop mij
Ontminnen doen mijn vrouwGa naar voetnoot42)
Dat d' heerschappijGa naar voetnoot43)
Des werelts niet en souw,
45[regelnummer]
Neen seker neen
Al wasse noch soo groot,
Sij nochte geen
Ding anders als [de] doot.
Princes ick sal
50[regelnummer]
U dienen ongesteurt
Mijn leven al
En als mijn harte scheurt,
Wensch' ick godin
Die 'r in geschreven staet,
55[regelnummer]
Dat ick dan in
U dienst mijn leven laet.
J.W.B.
Diana.
|
|