De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 762]
| |
1313 (P.C. Hooft aan Caspar Barlaeus.)1Mijn Heere,
2Gister, op den middagh, aan den avondt, trokken wij hier op,Ga naar eind2 3 onder 't beleidt van den ouden soldaat Sammer, naa de veerschuit,Ga naar eind3 4 ende stonden daar ter praale, oft (om een' krijsmans phrasis teGa naar eind4 5 gebruiken) en parade, met goede meening van UE. treflijk 6 t' ontfangen en in te haalen. Maar, die niet quam, was de Poëet,Ga naar eind6 7 naar wiens gezelschap al het gezelschap hier hongert. Lust het 8 nu UE. te gaste te koomen bij luiden die honger lijden; wij zien 'tGa naar eind8 9 aan: en UE. niet alleen, maar ook de Excellentie van DocterGa naar eind9 10 Koster, UE. zoon en schoondochter, Joffrouw Mostardt, en alleGa naar eind10 11 die 't UE. gelieven zal ons toe te voeren, zullen ons vriendschapGa naar eind11 12 doen met koomen: mits dat zij zich vergenoegen met een banket 13 van lauwer- en klimopblaaden, oft, ten hooghste, van festoenen,Ga naar eind13 14 die georbert dienen, en niet veel langer duuren moogen. Valt 'erGa naar eind14 15 dan iet anders toe, dat mooghen ze voor een gelukjen reekenen: 16 want de hal zal geslooten zijn eer mijn' huishoudster daar eenGa naar eind16 17 briefjen krijgen kan. Waare UE. een Jan Hen, die zulke getijdenGa naar eind17 18 wiste te kaavelen; wel zoud' het ons te passe gekoomen zijn; alzoo 19 UE. in dien gevalle, wel wat eer zoude geschreeven hebben. Nu, 20 met zijn Excellentie voorzeidt zijn wij niet bekommert: die kanGa naar eind20 21 genoegh bij 't loof leeven; jaa enkelijk bij het tellen van de blaadenGa naar eind21 22 der boomen. Voor graager volk is 'er noch een' rest pruimen, enGa naar eind22 23 misschien een deel fricadellen, vrijsters kost, naar Kosters gevoelen,Ga naar eind23 24 oft een verkensbil ten beste. Tesseltjen quijnde gister (wie weet oft 25 het om UE. was?), ende at s' middaghs niet, 's avonds een kom-Ga naar eind2526metje bierenbroods. Een paar Doctooren, gelijk UE. en de HeerGa naar eind26 27 Koster, zouden misschien practijx genoegh hebben om haar voortGa naar eind27 28 uit deze bedroefde, bedorvene werelt te helpen, die zij doch halfGa naar eind28 29 gestorven is. Deze zijn de nieuwmaaren, die ik UE. van hier weet 30 te schrijven. UE. zal zeggen, 't is altemaal jok. Zoo zijn ookGa naar eind30 31 dikwijls de looptijdingen. Maar dit is ernst, dat UE. met een heelGa naar eind31 32 heir ook, ons zal welkoom wezen; en altijds blijven wil, 33Mijn Heere,
34Ter vlught van den Huize 35te Muiden, den eersten van 36Herfstmaandt, 1646. 34UE. 35ootmoedige onderdaane dienaar 36P.C. Hóóft. | |
[pagina 763]
| |
Dagelijks nieuws. |
|