1307 Aan den Adt Sprong, en aan den Burghermr de Vries tot Harlinge.
1Ik schrijf hun mijn weederwaaren met d'Erfgenaamen van Tjaart 2 Reen z.g. en wat zij mij betaalt hebben.
3T'Amsterdam, 8 Aug. 1646.
Het Hof van Friesland heeft op 17 maart 1646 in het nieuwe, door Hooft aanhangig gemaakte proces (Sententieboek Hof v. Fr. WW 36 (1646) no. 11) partijen veroordeeld om twee gelijkluidende koopbrieven te tekenen, die overeenkomen met het door Hooft overgelegde ontwerp. Door het ontbreken van de vele in het vonnis genoemde bijlagen is reconstructie van de overwegingen niet mogelijk. Ook brieven ter zake ontbreken, op enkele Gedenkenissen na.