De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

(1979)–P.C. Hooft– rechtenstatus

Regelnummers proza verbergen

[pagina 738]
1298 (L. van Kinschot aan P.C. Hooft.) 1Edele, Erntfeste, voorsienighe Heere 2Mijn Heere Hijer nevens gaet de ordonnantie op de declaratieGa naar eind2 3 vande costen bij Uw Ed. inden voorleeden Jaere gedaen aen den 4 Huijse tot Muijden. Aengaende uwe Ed. Reeckening tis nijetGa naar eind4 5 mogel dat voor d'aenstaende vercopinghe van Thijenden werdeGa naar eind5 6 affgedaen, die sal so haest nijet gedaen sijn off ick sal de selve bij de 7 handt nemen, daertoe uwe Ed. sich kan verlaeten Ende hijermede 8 eijndighende naer hertelicker groetenis, ende dancksegginghe van 9 alle vrundtschap blijve 10Edele, Erntfeste, voorsienighe Heere 11Mijn Heere 12Uw.Ed altijts dienst- 13bereijden 14L van Kinschot 14Haghe den 25^en Junij 1646	[tekstkritische noot]Origineel. UBA II C 9.387^v = versopag. 2. eind2 de ordonnantie op de declaratie: de order tot uitbetaling van de kostenopgave. eind4 uwe Ed. Reeckening: de vaste driejaarlijkse, in dit geval die van 1645, vgl. 578. eind5 dat (die); vercopinghe van Thijenden: tienden (deel van de oogst) die aan de grafelijkheid behoorden of weer waren toegevallen, werden door de Rekenkamer, waarvan L. v. Kinschot auditeur was, verkocht.