De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

Derde deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 721]

1288 Aen mijn Heer mijn Heer Joachimus Vickefort Ridder, en Raadt van de Lantgravinne van Hessen, Haghe.

port

1....

2Heros Muydensis diu cum podagricis doloribus conflictatus, iam 3 cum pedibus in gratiam redijt. ambulat mecum sed Vulcanio et³ 4 cespitante gradu.⁴

Veteris sunt haec vestigia recti.

6....

710 nov. 1645.

8(C. Barlaeus.)

vertaling

De Heros van Muiden heeft langen tijd te kampen gehad met pijnen tengevolge van de podagra, maar heeft eindelijk met zijn voeten weer vrede gesloten. Nu maakt hij wandelingen met mij, maar met den gang van Vulcanus, licht over een boomwortel struikelend.

Van de vroegre rechtheid dit zijn de sporen.

10 november 1645.

3 Hinkend: de vuurgod (= Ηφαιστος) was kreupel (b.v. Homerus, Odyssea 8, 308); een caespitator (zo las van Baerle Servius, Aeneis 11, 671) is een paard, dat gauw valt over caespites = graszoden. Het werkwoord caespitare is alleen aangetroffen bij Pseudo-Quintilianus, Declamationes (in de Excerpta Monacensia) 2 (p. 358, 79 ed. G. Lehnert 1905).

4 Met wijziging naar Vergilius, Aeneis 4, 23 agnosco veteris vestigia flammae.

Origineel. UBL. Pap. 8.88.