De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 716]
| |
1285 Aan den Eerwaardighen Heere Mijnen Heere Broeder Gabriel, Capucin, tot Looven.1Eerwaardighe Heere,
2U. Eerw. brief van den 25en in Oestmaant is mij eerst onlanx 3 ter handt gekoomen. 'T welk diene tot verantwoording van 't 4 lankzaam verschijnen deezes antwoords, op een schrijven, dat,Ga naar eind4 5 vervult met betoogh van ganschelijk onverdiende geneeghenheit,Ga naar eind5 6 en met al te eerlijk een oordeel, gestreeken oover mijne schriften,Ga naar eind6 7 mij tot spoedigh herschrijven verplichtte. Mijn' hartlijke wenschGa naar eind7 8 waare, U. Eerw. begeerte, met oover zenden van 't vervolgh 9 mijner Histoorien, te mooghen voldoen. Maar, behalven deGa naar eind9 10 verhinderingen, daaghelijx ontstaande, ujt het noodtlijk waar-Ga naar eind1011neemen van ampt en hujszaaken, ben ik, sint een' rujme wijlGa naar eind11 12 herwaarts, door verschejde ziekten oft quaalen, in mijnen arbejdtGa naar eind12 13 gesteurt. Daarenbooven houdt de verwartheit der dingen, voor-Ga naar eind1314gevallen ten tijde des Graaven van Leicester, met wien men hier 15 veel te schiften oft ontmengelen gehadt heeft, mijn' pen althansGa naar eind15 16 niet luttel belemmert. Mits al 't welke, mijn werk zich zoo verreGa naar eind16 17 vindt van onder de perse te weezen, dat ik het niet lichtlijk zie inGa naar eind17 18 eenighe jaaren daartoe te raaken. Indien 't U. Eerw. daarentussenGa naar eind18 19 gelieft mij eenighe aanwijzing van plaatse te doen, daar U. Eerw. 20 verhaal van de zeldzaamheeden, gebeurt onder haare orde, teGa naar eind20 21 krijghen zij, ik zal 't voor een zonderling teeken houden van 22 U. Eerw. goede gunste; aan welke, gelijk ook aan die van denGa naar eind22 23 Hooghstgeleerden ende wijdvermaarden Heere Puteanus, ik, met 24 schuldighe dankzegging voor de toegedraaghen' eere, op 'tGa naar eind24 25 vuurighste beveel, 26Eerwaardighe Heere,
27Van den Hujze te Mujde, 28den 21en in Herfstmaant, 291645. 27U. Eerw. 28Ootmoedighen dienaar, 29P.C. Hóóft.
Antwoord op 1282. Het Vervolgh zal door de ingewikkeldheid van het Leicesterse tijdvak en Hooft's zwakke gezondheid nog lang niet het licht zien. |
|