De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 713]
| |
1284 Aan mijnen zwaagher Jacob Pergens.1Mijn' Heere ende welwaarde zwaagher,
2Deezen morghen komt mij mijn' Hujsvrouw, met een verbaast enGa naar eind2 3 bestorven aanschijn, tot een bitter ontbijt brengen het deel, datGa naar eind3 4 U.E. gelieft bij schrijven van gister, ons aan U.E. droefheit teGa naar eind4 5 gunnen. Een' deerlijke gunst; gunst nochtans, en die in hoogherGa naar eind5 6 dank aanneem, dan oft U.E. mij tot gemeenschap van eenigheGa naar eind6 7 vreughde noodighde: dewijl 't een krachtigher bewijs van 8 vertrouwen op ijemands vrundschap is, hem tot meededraagher 9 van druk dan tot meedegenieter van blijdschap te kiezen. Want, 10 tot bedrijf van geneughte roepen wij lichtlijk den eenen oft den 11 andren, zonder ons juist van den grondt zijner goede geneeghenhejtGa naar eind11 12 t'onswaarts verzeekert te houden: maar, tot gezelschap in leedt, 13 alleenlijk de geenen, dien wij vastelijk gelooven 't zelve ter harte teGa naar eind13 14 gaan. Dit dan is de eerste troost in onz meedelijden: de tweede, datGa naar eind14 15 U.E. in haar lijden zich weet te troosten met Gods altijds heilighen 16 wille, en dat U.E. verlies den kinde tot gewisse behoudenis gedijdt.Ga naar eind16 17 De doordeughdighe Hiob, zittende onder getal van zoonen enGa naar eind17 18 dochteren, in zijn breedbloeijendt hujs, werd, als op een bot,Ga naar eind18 19 ujt al zijn' welvaaren geworpen. Hij verdroegh het met geduldt, enGa naar eind19 20 zagh zich thans met heerlijker voorspoedt gezeeghent dan teGa naar eind20 21 vooren. Ik ('t zij gesprooken met schreumte, en zonder mijGa naar eind21 22 eenighszins bij zoo groot een' man te willen gelijken; maar om datGa naar eind22 23 versche exempelen en van bekende lujden, doorgaands 't gemoedtGa naar eind23 24 meest raaken) verloor drie zoonen en een' dochter, den oudsten vanGa naar eind24 25 ontrent 12 jaaren, dien ik met eighen' handt geformt en afgerechtGa naar eind25 26 had, met den jongsten, en laasten ook teffens mijn' liefste en ver-Ga naar eind2627liefste Hujsvrouw in den tijdt van 17 maanden, en stond zulxGa naar eind27 28 verbluft van zoo zwaare slaaghen, dat mij de wereldt docht vanGa naar eind28 29 onder mijn' voeten ontzonken te zijn. Deeze schaade, die nochGa naar eind29 30 binnen den zelven tijdt met berooving van een groot deel mijnerGa naar eind30 31 middelen verzwaart werd, is nochtans genaadelijk geboet van GodesGa naar eind31 32 goedertierenheit, die ook de uwe mildelijk verzetten kan. En alGa naar eind32 33 waare 't ook dat hem geliefde mij het nieuwlijx verleende weeder 34 af te haalen, ende U.E. geen' vergoeding te doen: zoo moesten wijGa naar eind34 35 echter zijn believen voor lief neemen. Heidenen, ende hooghst-Ga naar eind3536verheeve vorsten daar onder, die ongemeete heerschappij oover | |
[pagina 714]
| |
37 koninkrijken hoopten naa te laaten aan hunne kinderen, hebben 't 38 verlies der zelve, en 't ujtrooijen van de wortel hunner stamme welGa naar eind38 39 sta<n>dtvastelijk oovergezet, en de droefheit met eenen manlijkenGa naar eind39 40 moedt verstooten. Ons, die Christenen waanen te weezen, zoudeGa naar eind40 41 zulx te doen, ujt sterker reede, betaamen. Ons erbarmt der verslee-Ga naar eind4142ghene moeder zeeker, aangezien de zwakheit dier sex in zoodaanighGa naar eind42 43 ongeval: en zoo wel mijn' hujsvrouw als ik maakt staat van op deGa naar eind43 44 uure der begraffenisse teeghenwoordigh te zijn, om 't weinigh 45 vermoghens dat in ons is, aan 't verlichten oft verlejden haarerGa naar eind45 46 treurighe gedachten te besteeden. Immiddels moeten U.E.E. denGa naar eind46 47 Allerhooghste bevoolen zijn, ende eerbiedelijk gegroet, 48Mijn' Heere, ende welwaarde zwaagher, van
49U.E. 50Onderdaansten, Toegedaan- 51sten zwaagher ende Dienaar, 52P.C. Hóóft. 51Van den Hujze te Mujde, 5216 Sep. 1645.
Rouwbeklag bij het overlijden van een kind. |
|