1262 Mijnen Heere, Mijnen Heere Joachim van Wikkevoort, Ridder, Raadt ende Resident van haar' Hoogheit van Hessen, in de Nieuwe Houtstraat, in Den Haaghe.
(v. Wickev.: 18 Avril 1645 M. Hooft.)
L.
1Mijn' Heere ende Neeve,
2Gebrek van stoffe, ende U. Eed. Gestr. begeerte dat ik de schuldighe 3 bedankingen achter laate, verbieden mij, bij deezen ijets meer te 4 zeggen, dan, dat, neevens mijn' Hujsvrouw, ik eerbiedelijk, met 5 toelaating van U. Eed. Gestr. de handen kus aan haare welwaarde 6 helfte, ende in U. Eed. Gestr. beste gunste, gelijk meede in die van 7 den Heere Barleus, van heelen heeten harte beveel,
8Mijn' Heere ende Neeve,
9U. Eed. Gestr.
10Onderdaansten, ootmoedigh- 11sten dienaar,
12P.C. Hóóft.
13De Fransche tijdingen, ontfangen bij U. Eed. Gestr. schrijven van 14 den 15en deezer, doch niet voor heeden op middagh, keeren hierin 15 te rugge.
16T'Amsterdam, den 17en Apr. 1645.