De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 617]
| |
1228 Eedele, erntfeste, hooghgeleerde, welwijze, zeer vermoghende Heeren, Mijn' Heeren de President ende Raaden oover Hollandt, Zeelandt ende Vrieslandt, In Den Haaghe.(m.a.h.: Recepta 16 Novemb xvjcxliiij)
1Eedele, erntfeste, hooghgeleerde, welwijze, zeer vermooghende 2 Heeren,
3Omme mij te quijten van 't geene mij, bij Uwer Eed. Mo.missive van 4 den vijfden deezer maant, is geinjungeert, heb ik U.Eed.Mo. met 5 alle eerbiedenis aan te dienen, dat Jacob Hinloopen, van wiensGa naar eind5 6 weeghe de neevensgaande requeste is gepresenteert, nUEenen 7 rujmen tijdt geleeden, in mijne jurisdictie van Goeijlandt, tot 8 Hooghe Bussem, publijk geweldt heeft gepleeght; zich vervor-9drende, voor eerst, niet alleenlijk eenen Cornelis Gerritszoon,Ga naar eind9 10 knecht van Jacob Willemszoon Slokker, in 't drijven van zijne 11 beesten door gemeene heereweeghen, te beletten, ende den zelvenGa naar eind11 12 zeer atrocelijk te slaan met een' sparre; maar, daarenboven, metGa naar eind12 13 zijnen broeder Michiel Hinloopen, geassisteert met hunnen dienaar 14 oft valkenier, den voorzeiden Cornelis Gerritszoon, drijvende zijn' 15 beesten naa de gemeene warande, geweldelijk te vervolghen, endeGa naar eind15 16 den zelven noch andermaals te doen slaan door hunnen dienaar 17 voorzeidt: voorts dat de voorzejde Jacob Hinloopen wijders 18 bestaan heeft, ten zelven daaghe, naa den middagh, als het verhaaldeGa naar eind18 19 geweldt 's morghens aan den gemelden Cornelis Gerritszoon wasGa naar eind19 20 geschiedt, den persoon van Jacob Willemszoon Slokker zelf, 21 passerende voorbij hunne hofstede met een' mand kleedren op zijn 22 hooft, ende klaghende oover 't geweldt zijnen knechte gedaan, metGa naar eind22 23 hun drien, ontrent hun werf, zeer heftelijk op 't lijf te vallen, endeGa naar eind23 24 hem niet alleenlijk te slaan ende te stooten, maar ten laaste ook, metGa naar eind24 25 een' vierkante stekkade, van achteren in de rugge te steeken, endeGa naar eind25 26 dootlijk te grieven. Ende, dewijl 't onzeeker was, jaa noch onzeekerGa naar eind26 27 is oft de voornoemde Jacob Dirxzoon van de geinfligeerde quetsureGa naar eind27 28 zal geneezen oft niet, 't welk de voorzeide Hinloopen, hoewel hij | |
[pagina 618]
| |
29in zijne requeste zeidt anders te gelooven, mijns achtens geenszins 30 ignoreert; zoo heb de intimatie der zaake al een' wijl ujtgestelt;Ga naar eind30 31 doch eintlijk op den vijfden dezer maant, den voornoemden Jacob 32 Hinloopen, oover 't gedachte fait, voor den Gerechte van Naarde,Ga naar eind32 33 in persoon gedaan citeren, teeghens den alstoen eerst aanstaandenGa naar eind33 34 rechtdagh: op den welken hij niet is gecompareert, ende die vanGa naar eind34 35 den Gerechte van Naarde daarover verleent hebben het eerste 36 default, ende voor 't proffijt van dien een' tweede citatie, als teGa naar eind36 37 zien is bij het extract ujt de dingtaalen, gevoeght achter deGa naar eind37 38 neevensgaande informatien, waarujt klaarlijk blijken kan, hoe 39 verre het te kennen geeven van den voornoemden Jacob HinloopenGa naar eind39 40 verscheelt van de waarheit. Ende is, oover zulx, mijn' onder-Ga naar eind4041dienstighe beede, dat U.Eed.Mo. gelieve, naar haare hooghe 42 wijsheit ende zonderlinge discretie, den voorzeiden Hinloopen, dieGa naar eind42 43 zich billijk zoude geschaamt hebben, 't geduldt van U.Eed.Mo. 44 met zoodaanigh verdraaijen van de geleghenheit der zaake, teGa naar eind44 45 misbrujken, zijn verzoek absolutelijk af te slaan; ende die van den 46 Gerechte der steede Naarde, in hunne jurisdictie, noopende deGa naar eind46 47 judicature der zelve zaake, te handthaaven naar behooren. Met welkGa naar eind47 48 vertrouwen ik den Almaghtighen bid, U.Eed.Mo. altijds in 49 gelukzaalighe regeringe te bewaaren, ende in haare goede gratie,
50Eedele, erntfeste, hooghgeleerde, welwijze, zeer vermooghende 51Heeren, 52Uwer Eed. Mo. 53Onderdaanighen, ootmoedighen 54dienaar, 55P.C. Hóóft. 54Ujt Amsterdam, den 13en 55Octobris, 1644.
Inlichtingen aan het Hof over ernstige en herhaalde geweldpleging door Jacob Hinlopen te Bussum, gevolgd door non-comparitie voor de vierschaar te Naarden en het indienen van een rekest met onware mededelingen aan het Hof. |
|