De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 541]
| |
1184 Aan den zelven (Cloops).1Mijn' Heere,
2De zaak, die U.E. aangenoomen heeft te bevorderen ujt naame 3 mijner Huisvrouwe, is, mijns gevoelens wel van zulken gewighte, 4 dat wij niet behoort hadden een gansch jaar onverwittight te 5 blijven van 't geene zich daarin toedroegh. Nu heb ik, in ontrent 6 20 maanden, niet altoos van U.E. vernoomen; hoewel ik, seedertGa naar eind6 7 Martio lestleeden, aan U.E. op Brussel drie verschejde brieven hebGa naar eind7 8 afgezonden. 'T zoude voorwaar zeer vreemdt zijn, dat niet een van 9 de drie U.E. waare ter handt gekoomen; ende noch vreemder dat 10 U.E. hebbende den eenen oft den andren ontfangen, niet gelieft 11 hadde te antwoorden; 't en waare het U.E. verveelde, oft ganschelijkGa naar eind11 12 ongeleeghen quaame, zich t[-] bevordering der gemelde zaake 13 te beleedighen: in welken gevalle nochtans de reede vereischte, dat 14 U.E. mij zulx hadde bekent gemaakt, op dat ik andre orde op mijneGa naar eind14 15 dingen moghte stellen. Ik verstaa dat U.E. onlanx in den HaagheGa naar eind15 16 geweest is om 't proces van Mê Vrouwe de Prinsesse van 17 Hoohensoller, ende ben beducht dat haare zaak U.E. te veel te doen 18 geeft om op eenighe van minder belang acht te geeven. Indien 't 19 zoo is; ik bid U.E. zulx rondelijk te verklaaren, op dat ik mij voor-20zien mooghe van eenighen andren persoon, die meer tijds hebbe 21 om onz proces te behartigen: oft indien 't U.E. alsnoch gelieft het 22 zelve te vervolghen, mij des, en teffens van den staat der zaake, te 23 verwittighen. Want ik ben zeekerlijk bericht, dat mijnen neeve 24 Pieter Hellemans di Venetia, zijne pretentie op 't Majoraat in 25 rechte is afgeweezen, ende dat Pieter Helman, Heer van Muilkerke, 26 woonende in den Haaghe, van zijne pretentie, als ongefondeert 27 zijnde, volkoomelijk afstaat: maar dat Constantijn Sohier zoonGa naar eind27 28 van wijlen Niclaas z.g. alle vlijt doet aanwenden, om vonnis t'Ga naar eind28 29 zijnen voordeele, en bezit der goederen, die onder contributie 30 leggen, te bekoomen. Indien aan 't bestellen mijner brieven eenigh 31 mangel geweest is; U.E. gelieve mij beeter wegh daartoe aan te 32 wijzen. In verwachting van antwoordt op deezen, die oover den 33 Haaghe gaat, om door Mijnen H. ende Neef van Wikkevoort aan 34 U.E. gericht te worden, beveel ik mij, met weleerbiedighe 35 groetenis, in UE beste gunste, ende blijf, 36Mijn' Heere, | |
[pagina 542]
| |
37U.E. 38Onderdaane, toegedaane dienaar, 39P.C. Hóóft. 38T'Amsterdam, den 2en 39Octob. 1643.
De gewone vraag om antwoord, terwille van nauwgezette bezorging bij 1183 ingesloten. Enkele inlichtingen over de majoraatsstrijd. |