1154 (P.C. Hooft aan Arnout H. Hooft.)
1Charissime fili,
2Tuum hactenus silentium non plané aequo animo tuli. Demulsere 3 me litterae, tuae in evolvendis bonis authoribus diligentiae testes: 4 sint modó sat bonae fidei. Cum jam tot istic diebus haeseris, 5 cogitandum tibi serió de reditu censeo, ne humanitate amicorum 6 abutaris. Veniam itaque discedendi ab ijs, cum gratiarum actione 7 maximarum, et nostro et tuo nomine, ut petas jubeo, ijsdemque 8 salutem plurimam dicas. Vale et meis et matris verbis.
9Amsterodami: IV Idus
10Aprileis CI
DCXLIII.
9Tuus in te pronissimus pater
10P.C. Hóóft.
11Soror Constantia te salutat: Christina Ultrajecti aut Iselstenij agit, 12 reversura septimana proxima.
vertaling
Geliefde zoon,
Uw stilzwijgen totnogtoe heb ik niet bepaald met gelaten gemoed gedragen. Mij streelden brieven, van uw vlijt bij het lezen van goede auteurs getuigen: mogen deze maar voldoende betrouwbaar zijn! Nu ge reeds zovele dagen daar zijt blijven hangen, moet ge ernstig over terugkeer denken naar mijn schatting, opdat ge van de gastvrijheid van vrienden geen misbruik maakt. Dat ge dus verlof om heen te gaan aan hen verzoekt, onder het betuigen van den grootsten dank, en uit onzen en uit uw naam, is mijn wil, en dat ge eveneens op het hartelijkst groet. Vaarwel en namens mij en namens moeder.
Uw u zeer toegenegen vader
P.C. Hooft
Amsterdam, 10 april 1643.
Zuster Constantia laat u groeten. Christina verblijft in Utrecht of IJselstein en heeft de bedoeling komende week terug te keren.