De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 492]
| |
1152 Aan den Heere Geerart Paauw, Ridder, Rentmr van d'Espargne der Graaflijkheit van Hollandt.1Mijn' Heere,
2Zijnde tot Mujde, met 't onweeder van den derden en vierden 3 Februarij lestleeden, driëentsestigh masten aangespoelt, zonder 4 dat de eighenaar, dien men zeidt hier t'Amsterdam te woonen, 5 naa de zelve tot noch toe is koomen vereischen, gelijk vanGa naar eind5 6Ga naar margenoot+ dagh tot dagh gemeint was dat hij doen zoude; zoo heb ikGa naar eind6 7 U.Ed. des te verwittighen bij deezen, ten einde in der zaake 8 gedaan warde 't geen U. Eed. verstaat te behooren. Im-Ga naar eind89middels beveele U. Eed. samt Mijn' Heer ende VrouweGa naar eind9 10 van Heemsteede in schut en scherm des Almooghenden, ende 11 op 't eerbiedighste in de goede gunste uwer Eedn 12Mijn' Heere, 13U. Eed. 14Dienstwillighen dienaar, 15P.C. Hóóft. 14T'Amsterdam, 25en 15Martij 1643.
Hooft bericht een strandvond aan Mr. Gerard Pauw, 1615-1676, ridder, rent-meester-generaal van de Espargne 1640-1652, lid Rekenkamer 1652-1676. |
|