De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 429]
| |
1113 (J. Coijmans aan P.C. Hooft).1Mijn Heere ende Neve
2Tot hier toe en hebbe van mijn gemoet niet connen vercrijgen, de 3 handt op het pappier te stellen, om UE voor sijne beleeftheijt en 4 gedachtenisse 't mijwaerts met een letterken te bedancken,Ga naar eind4 5 vreesende door mijne swacke penne, en cleen vernuft, UE brief vanGa naar eind5 6 vleijinge te beschuldigen, evenwel om niet te vervallen in meerderGa naar eind6 7 faut, van, neffens onkundich, met recht oock voor ondanckbaerGa naar eind7 8 gescholden te worden, soo verstoute mij t'selve mits desen hart-Ga naar eind89vrundelijck te doen, UE versekerende, alhoewel mijne gedachtenGa naar eind9 10 noijt waren, om op dese wijse aen den boeck te geraken, dat 11 denselven mij seer lief en willecom is geweest, verlangende naerGa naar eind11 12 occasie, om mij bij UE integendeel met iet aengenaems te mogenGa naar eind12 13 verschuldigen, om met der daet te bethoonen, dat UEGa naar eind13 14 verobligeert hebt een persoon, die het voor geluck sal rekenen, hemGa naar eind14 15 met UE gunste altijts te mogen schrijven en seggenGa naar eind15 16Mijn Heere ende Neve 17UE 18Alderootmoedichsten dienaer 19Jeronimo Coijmans. 18Beverwijck 29 Augusti 191642.
Waarschijnlijk dankbetuiging voor toezending van de Nederlandsche Historiën. |
|