De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 423]
| |
1109 Aen den H. Herbert van der Mej, Landdrost. Ter Goude.1Erntfeste etc.
2Wederkeerende ujt Westvrieslandt, van 't verrichten eenigherGa naar eind2 3 mijne zaaken aldaar, heb ik gevonden U.E. aangenaamen van den 4 xxien ende eenen van mijnen schout tot Blarikom, van den 5 xxviijen deezer, met dubbelt van den inventaris der goederen, 6 gelaaten van den Paap Viaane, ten hujze van de 2 Klopzusters: inGa naar eind6 7 welken inventaris nochtans geen vermaan gemaakt wort van eeni-Ga naar eind7 8 ghe Latijnsche boeken. Mij is leedt, dat ik, mits mijn afweezen U.E. 9 niet eer heb kunnen dienen van antwoordt, dat ik zeer geirne U.E.Ga naar eind9 10 in deeze zaake de handt zal bieden, volghends der Ed. Mo. H.H. 11 Staaten intentie. Ende is derhalven mijn vrundtlijk verzoek, datGa naar eind11 12 U.E. gelieve, mij extract ujt U.E. commissie, belangende ditGa naar eind12 13 subject, toe te veirdighen, neevens beteekeninge van tijdt, endeGa naar eind13 14 plaatse, 't zij op den Hujze te Mujde, ofte tot Naarde, naar U.E. 15 beste geleghenheit, om hieroover te zaamen in communicatie teGa naar eind15 16 koomen. Waartoe mij verlaatende, beveel ik, 17Erntfeste etc, 18U.E. in schut ende scherm des Almoghenden, nevens hartlijke groetenis van
20T'Amsterdam, den laasten 21Julij 1642. 20U.E. dienaar, 21P.C. Hóóft.
De priester Florentius van Vianen is uit Blaricum vertrokken met achterlating van eigendommen. Blijkbaar heeft de landdrost H. van der Meij inlichtingen gevraagd over Latijnse boeken, die vermoedelijk voor de katholieke liturgie bestemd zouden zijn, en die zich in de achtergelaten boedel zouden bevinden. Wat niet het geval blijkt. Dat Hooft een uittreksel uit Van der Meij's commissie vraagt, is geen wonder, want de bevoegdheden van beide ambtenaren doorkruisten elkaar. Van der Meij was 29 januari 1638 door de Staten van Holland benoemd ‘ten plattelande, tussen de Lek en de Zuiderzee’, hij moest met de hoofdofficieren contact opnemen, als er iets in hun jurisdictie voorviel waar hij werk van maakte. De voornaamste taak van de landdrosten was oorspronkelijk het oppakken van | |
[pagina 424]
| |
vagebonden, maar in de commissiebrief van Van der Meij wordt ook tot zijn taak gerekend het optreden tegen verboden vergaderingen van katholieken en anderen. |
|