De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 381]
| |
1086 A Monsieur, Monsr Joost Baak, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.1Monsr mon Frere,
2Gister schreef ik aen U.E. met bede om de eere harer herwaerts-3koomste nevens de Heeren Vossius en Junius. Nu ontbiedt mij deGa naar eind3 4 Heer Secretaris Mostart, dat ik het 13e 14e 15e 16e 17e en 18e stuk 5 mijner Historien aen U.E. zoude willen over[te]zenden, om hem 6 behandight te worden, en ujtgeschreeven; gemerkt het 12e zoo zijn' 7 E. zejdt, ten ejnde loopt. Ik weet niet beter, dan dat de voorzejde 8 stukken onder U.E. berusten. Is 't zoo; gelieve hem die te leeveren.Ga naar eind8 9 Is 't anders, zoo ben ik benoodight zelf over te koomen, om ze op teGa naar eind9 10 zoeken. Op mijnen brief van gister, en deezen, verwacht ik 11 morghen antwoordt; immers overmorghen ten ujterste; endeGa naar eind11 12 beveel, nevens hartlijke groete en eerbiedenis, in U.E. beste gunste, 13 Monsr mon Frere, 14U.E. 15Verplichten, dienstwsten 16broeder, 17P.C. Hóóft. 17IJlends, vanden H.t. 18Mujde, 16 Sep. 1641.
Over het in 't net schrijven van de Nederlandsche Historiën. |