De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

Derde deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 368]

1080 Aen de Heeren Balthazar en Johan Coejmans, t' Amsterdam.

1Mijn' Heeren, en gunstighe Neeven,¹

2Dewijl 't, onder zoo lichte lujden als tujschers, onredelijk geacht² 3 wort, ijemandt Revenge te wejgheren; zoo wil zulx immers³ 4 persoonen van soorte niet betaemen. Nu zouden wij ons, van de⁴ 5 eere en volle siere, genooten op Westerhoudt, gejrne wreeken. En,⁵ 6 hoewel 'er kleene kans toe, en onz geweer te kort is; wij maeken⁶ 7 ons sterk daertoe te raeken; vertrouwende, dat U.E.E. heushejt,⁷ 8 zich, (bij manier van zeggen) niet alleen met Hollandsche munt,⁸ 9 naer den Franschen gang, zal laeten paeijen; maer onzen penning⁹ 10 ten prijze van een grootjen ontfangen. De prujmen zullen pen-¹⁰11ningen zijn; en zeker, van den besten slagh: ook van glans en 12 koleur; 't goudt magh 'er zijn' broek bij leggen. Wij bidden dan,¹² 13 op 't hartelijkste, gelieve, nevens U.E.E. waerde wederhelften, 14 zonder 't meebrengen van de zoete Jonge Joffr^e Sophia te ver-¹⁴15geeten, ons, in 't laeste der naestkoomende weeke, met U.E.E. 16 bezoek te vereeren, en eenighe daeghskens bij te woonen. Wij¹⁶ 17 verwachten ook Joffr^e Tesselscha, en haeren vrijer om welstaens¹⁷ 18 wil, den H. Barlaeus. In verlangen nae een troostelijk antwoordt,¹⁸ 19 gebieden zich mijn' Huisvrouw en dochters, van ganschen 20 gemoede, aen U.E.E. en U.E.E. gemaelinnen, gelijk ook doet, 21 Mijn' Heeren, en gunstighe neeven,

22U.E.E.

23Verplichte, onderdaene

24dienaer,

25P.C. Hóóft.

24Van den Hujze te Mujde,

259 Aug. 1641.

Uitnodiging.

1 gunstighe: toegenegen, welwillende.

2 tujscher: speler.

3 Revenge: revanche, een tweede spel dat de verliezer een nieuwe kans geeft.
immers: zeer zeker.

4 soorte: aanzienlijke stand.

5 volle siere: goed onthaal.
Westerhoudt, zie 1071; zich wreeken van: vergelden.

6 onz...kort: onze macht te gering (geweer bet. in de eerste plaats steekwapens).

7 daertoe raeken: dat doel bereiken (H. schrijft doorgaans ‘geraeken’ maar kan met ‘raeken’ de beeldspraak volhouden).

8 zich...paeijen: zich met Hollandse munt (net als de Fransen) zult tevredenstellen. Vermoedelijk hebben de Coeijmansen de Hoofts op uitheemse spijs onthaald, vandaar dat Hooft de hoop uitspreekt, dat de C. met (eenvoudige) Hollandse gerechten genoegen zullen nemen.

9 naer den Franschen gang: dit slaat vermoedelijk op de subsidies waarmee de Republiek zijn Franse bondgenoot jaar in jaar uit ondersteunde.

10 maer...ontfangen: (de beeldspraak volhoudend) maar onze penningen op te waarderen tot groten (halve stuivers), dus tot achtmaal de waarde. Het verkleinwoord is typisch bescheidenheidsritueel.
De prujmen...zijn: nu wordt de beeldspraak verklaard: met penningen worden de beroemde Muider pruimen vergeleken, en wel met gouden penningen, waarbij het woord niet meer de naam is van een tekenmunt = 1/16 stuiver, maar van geld in het algemeen, speciaal goudstukken, vanwege de ‘glans en koleur’.

12 't goudt...leggen: het goud moet het ertegen afleggen (WNT broek 1470-1471).

14 Sophia Joansdr. Coeijmans was 5 jaar oud.

16 iemand bijwoonen: in iemands gezelschap zijn.

17 om welstaens wil: voor de schijn.

18 troostelijk: toestemmend (WNT troostelijk 3277 3).

Minuut. UBA II C 11.549. - Afschr. UBL. Pap. 13.