De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 357]
| |
1074 Aan den Heere Jaspar van Vosberghe etc. in den Haaghe.1Mijn' Heere,
2Naardien de Ho.Mo.H.H. Algemejne Staaten met reede zwaarigh 3 maaken in 't verleenen van Octroij zonder voorgaande door-4ziening der schriften; zoo wordt het geene totnochtoe gedrukt isGa naar eind4 5 van mijne Historien, U.Ed.gestr. voorgedraaghen, neevens ditGa naar eind5 6 mijn weleerbiedigh verzoek, dat haar gelieve mij te begunstighen 7 met orde te verwerven van hunne Ho.Mo. tot leezing van 't zelve,Ga naar eind7 8 terwijl men arbejdt aan de reste, die ik meen dat binnen een maant 9 zal volghen: op dat de drukker alsdan niet behoeve lange naa 'tGa naar eind9 10 Octroij te toeven. Indien 't eenen persoone ongeleghen komt allesGa naar eind10 11 in zoo kort een' tijdt te doorloopen; men kan het deelen aan 12 verschejde stukken, tot verlichting der moejte, die misschien ookGa naar eind12 13 alzoo verdrietigh genoegh vallen zal. Ik vertrouw dat daarinne nietGa naar eind13 14 aanstootelijx, meer dan in Rejdt oft Meeteren zal gevonden wor-15den: ende bid UEd.gestr. te vertrouwen, dat, in allerleij uit-Ga naar eind1516koomst, eeuwelijk blijven wil 17Mijn' Heere, 18U.Ed.gestr. 19Onderdaanste ootmoede dr
Over de verlening van octrooi voor de Nederlandsche Historiën. |
|