De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 187]
| |
988 Mijn Here Mijn Heere den Drossaert van Muijden ende Bailliu van Goijlandt Tot Muijden1Mijne Here
2D'ongeregelde proceduren der gener, die haer mischien te veelGa naar eind2 3 gesags aend'oostsijde vande Vecht in mijn regard toemeten, doenGa naar eind3 4 mijn desen schrijven ende versoecken dat u.E. gelieve een goet oogh 5 te nemen over 't geen men aldaer tot notoir ondienst vant' gemeenGa naar eind5 6 oock tot mijn contumelie onwettelijck voor neempt, t' is mijn welGa naar eind6 7 even veel of men mijn lief of leet doet, maer d'ingeborene liefde die 8 ick altijt tot de stadt Muijden ende der selver welstandt oock wtGa naar eind8 9 particulier insicht altijt hebbe gehadt, heeft mijn schoorvoetendeGa naar eind9 10 doen comen om een fondament te helpen leggen, tot soo notoirGa naar eind10 11 gemene landts ende mijn onlijdelijck nadeel. Tatick Jacobss, die 12 mijn dingen daer doet sal u.E. van alle de particulariteijten naderGa naar eind12 13 onderrechten ende mijnent' wegen versoecken den Hola aldaer teGa naar eind13 14 willen maken, opdat ick niet en werde genootdruct tot ongareneGa naar eind14 15 proceduren, in genen dele connende verstaen tot het gene aldaerGa naar eind15 16 wert voorgenomen. Ick blijve naer gebiedenisse 17Mijn Here 18Uw E. dienstwillighe 19A. Oetgens van Waveren. 19Amst. 24 Sept. 1639.
Oetgens van Waveren (vgl. 231) had een hofstede ten O. van Muiden, grenzend aan de Zuiderzee. Er is nu sprake van het verbeteren of vervangen van de dijk: Oetgens wil dit zelf doen, schepenen van Muiden willen het werk, wschl. als onderdeel van een groter, aanbesteden. Oetgens beweert dat zij daartoe niet bevoegd en niet bekwaam zijn en dat hij grote schade zal lijden. |
|