De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 71]
| |
927 (A. van Surck aan P.C. Hooft.)1Edele, Erntfeste, Welwijse, hoochgeleerde, seer voorsienige Heere 2 ende gunstige Neef.
3Wij vinden ons niet weijnich verplicht door UEd. noodinge, 4 ende ten ware dat wij meermalen deselve eere van UEd. ontfangen 5 hadden. soude sij bij ons voor een miracel deurgaen, want al onse 6 Siecken sijn seedert gesont t'huijs gekomen; ende mijn Broeder 7 schrijft deselve soo veel crachts toe, dat hij hoopt dat hij UEd.Ga naar eind7 8 boven het goet onthael sal te dancken hebben weegens een coortse 9 die hij vertrouwt dat hem van 't lijf sal gesongen worden. Wij 10 maecken reeckeninge van morgen avont UEd. gasten te sijn. 11 Onderwijlen ende al ons leeven langh 12Eedele, Erntfeste, Welwijse, hoochgeleerde seer voorsienige Heere 13 sullen trachten te volherden in UEd dienste op het toeverlaet van 14 UEd. gunste tot 15UEd. 16Oytmoedigen dienaer ende NeefGa naar eind16 17ASvSurck 16In Amsterdam 12 17Augi 1638.
Antonio (Studler) van Surck schrijft, in antwoord op een van Hooft ontvangen uitnodiging, dat die wel wonderkracht lijkt te hebben, want alle zieken zijn beter geworden en komen, ook zijn broer (Caspar). |