De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 978]
| |
*902 Aen mijn Heer De Heere Hooft Drossaert van Muyden &c. met vrindt die Godt bewaert1 Mijn Heer ----
2 ghelieve dees ingeleijde aen de Proff[...]er Bareleus te 3 behandighen om voort aen Constantijntje voor glabeck in ConstelGa naar eind3 4 goudt door braeve meester handt gestelt en ghesonden teGa naar eind4 5 moeghen werden, als het geleesen is met ooghen van mijn Hooft. 6 laet Joffrouw Hooft dit niet vreempt vinden dat ick mijn Hooft en 7 ooghen segh sij en is Ue daerom niet quijt. alsoo daer wel veel mijnGa naar eind7 8 segghe, daer het maer een gebeurt die het besidt, Het eerste mijnenGa naar eind8 9 is nochtans van groote waerde Doch de grooter vuuricheijt van 10 haer goetgunstighe straelen t mijwaerts, sal het eerste mijn-rechtGa naar eind10 11 doot doen schijnen en verbinden mij te blijven Ue beijder vrindinne
12 Tesselscha Roemers
13 laet Vondelen het leesen soo 't Ue goedt dunckt want ick heb het 14 hem belooft dat ick het Ue open senden souw soo ick het geluck 15 heb van den Heemel te verwerven ick wenste daer de l'ame wel bijGa naar eind15 16 te hebben want het boeckjen is verloeren.
Tesselschade stuurt iets, waarschijnlijk een gedicht, dat na door Hooft gezien te zijn, doorgestuurd moet worden aan Barlaeus en Huygens, en ook aan Vondel getoond. |
|