De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 907]
| |
857 (A. Oetgens van Waveren aan P.C. Hooft).1 Mijn Here
2 Ick hadde gemeent U E. te comen spreken van wegen den Bailliu 3 Dijckgraef ende Heemraden vande Bijlmermeer over de missive 4 bij U E. ontfanghen vanden Here prince van Orange over den 5 geperpetreerden manslach inde selfde Bijlemermeer, dan verstaende 6 dat U E. belet is ende mijn gelegentheijt niet sal toelaten margen 7 inde stadt te wesen, soo dient desen om te versoecken dat deselveGa naar eind7 8 gelieve gene andre rescriptie aen hooghgemelde Here Prince vanGa naar eind8 9 Orange te willen doen als de merite vande sake is vereijschende,Ga naar eind9 10 te weten dat de informatie moet werden genomen vanden voorn 11 Bailliu vande Bijlmermeer; met nalatinghe van eenighe informa- 12 tien (die men wil seggen doch wij niet connen gelooven bij u E.Ga naar eind12 13 genomen te wesen in eens anders district) over te senden om 14 verwijderinghe, ende misverstandt voor te comen, die anders daerGa naar eind14 15 door, ende wellicht tot irreparabel nadeel vanden delinquant 16 souden mogen vallen. Waertoe ende tot uwe E. gewoonlijckeGa naar eind16 17 discretie ende voorsichticheijt mij verlatende, sal ick blijven naGa naar eind17 18 gebiedenisse 19 Mijn Here 20 U E. dienstwillige dienaer 21 A. Oetgens van Waveren. 21 30 Dec 1636.
Na de droogmaking van de Bijlmermeer is er een geschil geweest over de grenzen tussen dit nieuwe rechtsgebied en Weesperkarspel (vgl. 278, 342). Nu valt in het controversiële gebied een manslag voor en de Prins vraagt Hooft de gebruikelijke informatie bij het gratieverzoek. Oetgens, een van de voornaamste ingelanden van de Bijlmermeer, verzoekt Hooft, die informaties niet te geven, maar de Prins te verwijzen naar de baljuw van de Bijlmermeer. Hooft's antwoord aan de Prins is 861. |
|