De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

Tweede deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 865]

834 A Monsieur, Mons^r Joost Baak, bij 't ouwdemannenhujs, in N^o 3. tot Amsterdam

(Baak: Muijden 24 sep^r 1636 beantw 27 ditto)

loont.

1 Monsieur mon Frere,

2 Deze is om U.E. te danken voor de goede siere van eergister, ende 3 te verzoeken, gelieve met mijnen Heere Vossius ende swaegher 4 Cloek te spreeken, om mij te moghen verwittighen wanneer wij 5 zoo eerlijk een gezelschap te verwachten hebben. Deze kundschap⁵ 6 hadd' ik gejrne morghenavondt, om wat staets daerop te moghen 7 maeken; ende dat U E. ons een goedt tiersken Franschen wijns 8 bestelde. Doch zoo U.E. dien niet bekoomen kan, wilde wel dat 9 haer geliefde den wijnkooper Bosman te doen aenzeggen, dat hij 10 mij een vierendeel zejnde van den zelven Franschen, daer mijn 11 swaegher Cloek laest af heeft ingelejdt. In verwachting van¹¹ 12 antwoordt, beveel ik U.E., met Joff^re zuster en alle de haeren in 13 schut des Almoghenden, ende in haere beste gunste,

14 Mons^r mon Frere,

15 U.E.

16 Verplichten, dienstw^sten broeder

17 P C Hóóft.

16 Van den Hujze te Mujden,

17 17 Sep. 1636.

Uitnodiging aan Baak, Vossius, Cloek.

5 eerlijk: vererend.

11 ingelejdt, ingelegd: opgedaan.

Origineel. UBA II C 13.32.