De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 762]
| |
769 Aen neeve Balthazar Bolgaro t' Antwerpen.1 Antwoordt op een brief van 2en Aprilis ujt Antwerpen, dewelkeGa naar eind1 2 berust in een' der onderste laeden van mijn kabinet, in een bondel 3 getekent Majoraet.
4 Aen neeve Balthazar Bolgaro t' Antwerpen. 5 Monsr mon Cousin, 6 UE gewoonlijke naerstigheit heeft mij wel doen oordeelen, dat hetGa naar eind6 7 antwoordt op den mijnen van den 17en Martij lestleden niet 8 verzujmt wert, maer ujtgestelt tot UE wederkeeren van de 9 verzochte rejze. Nu zie ik ujt UE aengenaemen van den 2en dezerGa naar eind9 10 maent Aprilis, hoe 't geluk dien allergetrouwsten Heer ende 11 vriendt, om eenighe andre zaeken ter jeghenwoordigheit van U EGa naar eind11 12Ga naar voetnoot* gevoert heeft. Ik en kan den ijver van bejde UE E in 't behartighenGa naar eind12 13 onzer dingen niet genoegh bedanken, ende zal de vierdujzent gulden, ende 14 op reke van de zelve de driehonderd patakons, mits dat zij ujtgekeertGa naar eind14 15 worden op zulken voet als UE schrijven van den tweeden voorzejdt is 16 vermeldende, voor wel besteed achten: zulx ik UE daer toe volle maght 17 opdraeghe bij dezen. De beschejdenhejt van den voorschreven heereGa naar eind17 18 ende vriendt kenne ik groot genoegh om zich te vernoeghen metGa naar eind18 19 de redene: ende hoope te betoonen met der daedt dat zij des teGa naar eind19 20 meer danx en vergeldings op mij verdient zal hebben. Resteert mij 21 dan te bidden, dat UE gelieve met den eersten de rejze t'aen- 22 vejrden, ende alles op 't gevoeghlijkste te doen vorderen. MetGa naar eind22 23 welken toeverlaet, nevens mij, mijn' hujsvrouw ende dochter zich 24 van heeler heeter harte gebieden in de beste gunste van UE ende 25 den gemelden heere, samt van Joffre onze welwaerde nichte, UE 26 hujsvrouw ende dochters de welke, met alle die haer lief zijn, 27 Godt almaghtigh altijds in eere en voorspoedt behoede, nae wensch, 28 Monsr mon Cousin, van 29 U E 30 Verplichten dienstwsten neeve 31 P C Hóóft. 30 ujt Amsterdam, 31 den zevenden Aprilis a 1636. | |
[pagina 763]
| |
Over de, latere, beloning van Bolgaro en Van Merstraeten. N.B. Bij Frederik Muller te Amsterdam is 22 november 1882 verkocht een in het Italiaans gestelde autograaf van de markgraaf van Bedmar, d.i. de markies de la Cueva, aan P.C. Hooft, gedateerd Brussel 12 april 1636. 1 pag. fol. |
|