De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 711]
| |
738 Aen Claes Claeszoon Boelhouder ende Henrik Harmanszoon Schepenen tot Hilfersom.1 Eerzaeme, bezondre goede vrienden,
2 Gelet hebbende op de copijen mij van U L overgezonden, ende op 3 U L vertoogh, mij laestmaels gedaen bij monde, bevind ik 't geeneGa naar eind3 4 dat uwen schout te last gelejdt wort, te bestaen in drie punten. 5 Het eerste is dat hij eenighe persoonen in 't particulier zoude hebben 6 geinjurieert.Ga naar eind6 7 Het tweede, dat hij met zijne hevigheit en scheldwoorden in 't 8 rechthujs, de ordre ende audientie zoude getroubleert oft gesteurtGa naar eind8 9 hebben. 10 Het derde, dat hij zoude gezejdt hebben, dat schepenen zijneGa naar eind10 11 parthijen zijn. 12 Belangende 't eerste; de geinjurieerde persoonen zullen hunne actie 13 tegens hem aen rechte moghen institueren, nae dat zij verstaenGa naar eind13 14 gefondeert te wezen, ende schepenen wijzen zulx als zij bevindenGa naar eind14 15 recht te zijn. 16 Aengaende het tweede; daer over is hij van mij bestraft, ende heeft 17 belooft zich voortaen des te hoeden: ende zoo hij zich echter daerGa naar eind17 18 in misgaet, u L zullen mij zulx moghen vertoonen, ende ik alzulkeGa naar eind18 19 ordre stellen als behooren zal.Ga naar eind19 20 Noopende het derde; om daer van beschejdentlijk te konnen oor- 21 deelen, zoude noodigh zijn, dat men mij vertoonde pertinent bewijs 22 van den oorspronk, geleghenheit en omstandigheden der zaeke,Ga naar eind22 23 ende verklaering van 't geene waer in hij gezeit heeft dat schepenenGa naar eind23 24 zijn' parthijen zijn. 25 Voorts, indien de voors schout overtujght ende gerechtelijk ge-Ga naar eind25 26 condemneert wort voor eerloos; alsdan, ende eerder niet, zal ikGa naar eind26 27 redene hebben om hem voor zulx te deporteren: ordonnerende,Ga naar eind27 28 dat schepenen ondertussen in conformitejt van hunnen eedt, hebbenGa naar eind28 29 te continueren in d'administratie der Justitie, die, zonder achterdeelGa naar eind29 30 der gemeente niet geschorst en kan worden. Waer toe mij ver-Ga naar eind30 31 laetende, wil ik u L. de almoghenden in schut en scherm beveelen. 32 U.L. 33 gunstighe vriendt 34 P C Hóóft. 33 Van den Hujze te Mujden, 34 27 Decemb. 1635. | |
[pagina 712]
| |
Ruzie tussen de schout en twee schepenen van Hilversum. |
|