De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 676]
| |
721 Aen den Heere Secretaris Mostart.1 Mijn' Heere,
2 Wijslijk heeft U.E. den raedt van mijne wijzer laeten gelden, in 'tGa naar eind2 3 opdraeghen van haeren Briefschrijver aen d'overheden dier stede. 4 Ik had, (oft het haer gedenkt) uwer E. den zelfsten over een' wijleGa naar eind4 5 gegeeven; ende kittel mij met zulke volghers, die 't mij gloorijGa naar eind5 6 waer tot voorgangers te hebben. 'T is wel zoo dat ik 'er den mondtGa naar eind6 7 op gemaekt had: maer die slechts gaeuw in 't rekenen is, komt 8 nerghens ijets te kort. Ik, (hoewel anders van 't volk niet) zie hunGa naar eind8 9 nu dezen trek af; schat het verlies op voordeel, ende dat ik, door de 10 gifte van gister, 't boek in eighentlijker eighendoom bezit, dan oftGa naar eind10 11 het mij toegëejghent waer, nae de pleghtigheit der schrijfstaetsij.Ga naar eind11 12 Hier bij komt Bentivoglio t'hujs, nevens grooten dank voor ge-Ga naar eind12 13 schenk en leening beij, ujt den grondt eens harten, dat Godt smeekt 14 om aenwas uwer eere en voorspoedt, vujrighe wenschen, 15 Mijn' Heere, van 16 Uwer E. 17 Verplichten dienstwsten 18 P C Hóóft. 17 Van den Hujze te 18 Mujden, den 20en 19 van Hoeijmaendt. 20 1635.
Daniël Mostert, ca. 1590-1646, sedert 1622 secretaris van Amsterdam, schreef de treurspelen De moord der onnozelen (vgl. 953) en Mariamne, vertaalde Seneca, kopieerde voor Hooft stukken van de Ned. Hist. en gaf in 1635 een correspondentiemodel uit, de Nederduytsche secretaris oft zendbriefschrijver. Voor dit laatste werk bedankt Hooft hem. |
|