De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| ||||||||||||||||
[pagina 623]
| ||||||||||||||||
691 Wel Edelen, erntfesten, wijzen, zeer voorzienighen Heere, Mijnen Heere Jacob Pinzen van der Aa, raedt ende meester van de reke zijner Mt tot Brussel.1 Mijn' Heere ende gunstighste Neef,
2 Volghends orde van onze welwaerde nichte uwer Ed. Gemaelinne, 3 heeft mijn' huisvrouw zich gejrne bevlijtight om te bekoomen 4 eenighe fraeijigheden van 't gewas dezes oords: ende zeindt, bijGa naar eind4 5 schipper Michiel Jacobszoon, hiernevens een verlakt comtoirkenGa naar eind5 6 beslooten in een kasken; samt etlijke Rotterdamsche oft DelfscheGa naar eind6 7 porcelainen, ende eenighe kleenigheden van ijvoor oft andre stoffe, 8 gepakt in een' mande. D' oostindische zijn te dier. Zoo wij goedtGa naar eind8 9 zijn om U.Ed. wijders te dienen, zullen hooghlijk vereert zijn met 10 haere geboden, ende in alle geleghenheit trachten te erkennen d'Ga naar eind10 11 onverdiende vrundschap en trouwhartigheit ons aldaer bewezen.Ga naar eind11 12 Op welke waerheit, U.Ed. met alle de haeren, naer onze schuldigheGa naar eind12 13 dankzegging, groete, en eerbiedenis, ende in 't bezonder van onze 14 dochter Susanne aen de jonge Joffren nichten, nae de herwaerts- 15 koomst der welke wij hartlijk verlangen, in de gunst des almoghen- 16 den bevolen zij, ende in de haere, 17 Mijn' Heere ende gunstighste neef, 18 Uwer Ed. 19 Verplichte Toegeneghenste dienaer 20 P C Hóóft.
23 Ujt Amsterdam, 21 Apr. 1635 24 Wij bidden U.Ed. onze dienstighe gebiedenis en groete te doen aen 25 Monsr et Cousin Kint.
Hooft stuurt aan neef en nicht Pinzen van der Aa een aantal bestelde artikelen. |
|