De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 582]
| |
667 A Monsieur, Monsr Joost Baak T' Amsterdam.1 Monsr mon frere,
2 Bij mijnen laesten heb ik UE bedankt, ende doe 't zelve noch bij 3 dezen, zonder daermede te kunnen voldanken, voor de goede 4 geneghenheit t'onswaerts, bewezen in 't onthaelen ende 5 bevrundlijken onzer lieve panden, die niet alleen elk een anderons,Ga naar eind5 6 maer een overons zijn. Aen daetlijke erkentenis mangelt het onsGa naar eind6 7 voorshands: jae genoeghzaem aen pennen, (gelijk bij dezen letterGa naar eind7 8 blijkt) om de goede wille ujt te drukken. Tot een' doodtverwe derGa naar eind8 9 zelve gaet slechts hier bij een strook ujt Tacitus, waer bij UE gelieveGa naar eind9 10 onze heughnis haerder, af te meeten; ende in haere gunste te 11 bewaeren, 12 Monsr mon frere, 13 U E 14 Toegeneghensten verplichtsten 15 broeder 16 P C Hóóft. 16 Brussel, 21 Nov. 1634.
Vervolg. |