De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 566]
| |
658 Aen mon frere Hellemans t' Antwerpen1 Monsr mon frere,
2 Wij verstaen alhier, hoe onse neef don Francisco Hellemans ende 3 zijn natujrlijke zoon, bejde in zekere rencontre zouden doodtGa naar eind3 4 gebleven zijn. In welken gevalle godt hunne zielen genaedigh zij. 5 kunnen nochtans 't zelve niet wel voor waeraghtigh aennemen,Ga naar eind5 6 overmits wij daer van niet en worden verwittight, door U E, die 7 wij toe vertrouwen, dat des in geenen gebreke zijn zoude, indien 8 UE des zoo wel verzekert ware, als wij ons houden van UE 9 genereusheit ende affectie om UE zuster mijn' hujsvrouwe, mij, 10 ende haeren kinderen vrundschap te doen, voorneemelijk in alles, 11 daer 't bujten UE interes geschieden kan: in gelijker wijze als wij 12 van onzer zijde geneghen zijn UE ende den uwen alle behoorlijke 13 eere ende dienst te bewijzen. bidden derhalve UE gelieve, ons, op 14 't spoedighste te laeten weten, wat UE gevoelen van de zaeke zij.Ga naar eind14 15 Want als men dezelve gelooven moght, ende dat het UE geliefdeGa naar eind15 16 UE zuster te assisteren met UE faveur ende goeden raedt, om te 17 moghen geraeken in possessie van 't majoraet op haer vervallen, 18 zoude zij wel gezint zijn, eerstdaeghs t' Antwerpen te komen, ende 19 zich aen UE te addresseren, ende mede te brengen Joffre SusanneGa naar eind19 20 onze dochter. Ende kond' het ook gebeuren, dat ik zelf nevens haerGa naar eind20 21 de rejze aenverdde. Waer op antwoordt verwachtende, willen wij 22 U E, met Joffre UE hujsvrouwe onze zuster, samt UE zoon ende 23 dochter, den almoghenden in schut ende scherm bevolen hebben 24 ende in UE goede gratie, 25 Monsr mon frere, 26 U E 27 Toegeneghen dienstwsten broeder 28 P C Hóóft. 27 Vanden hujze te Mujden, 28 21 Sep. 1634.
Stellig wel terecht inziende, dat de dood van Francisco evenmin voor Carel verborgen zal blijven als de bedoeling van de plotselinge overkomst van de Hoofts, hebben dezen blijkbaar besloten, hem vriendschappelijk in de zaak te trachten te betrekken. Daar hij het eerste majoraat bezit en niemand ze allebei mocht hebben, heeft hij geen rechtstreeks belang bij het dwarsbomen van zijn zuster. De benadering geschiedt behoedzaam. |
|