De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 538]
| |
642 Aen den Heere Jacob Wijtz, opperste wachtmr &c.1 Weledele, &c.
2 De straelen van d'onverdiende gunste Uwer Ed. gestr. te mij- 3 waerts verhelderen mij der wijze, dat ik niet en zie hoe den geenenGa naar eind3 4 t' ontschujlen, die zich niet en ontzien te verkrachten mijn'Ga naar eind4 5 rechtvaerdighe schreumte van U.Ed.gestr. d'een achter d'andreGa naar eind5 6 rejze moejlijk te vallen. Op gister heb ik uwer Ed. overbeleefden 7 brief beantwoort met den mijnen, dief van zoo veel tijds, dat denGa naar eind7 8 vaederlande t' onbrujk gemaekt wort. Nu verght men mij uwerGa naar eind8 9 Ed.Gestr. voorspreken bij zijn' Vorstl. Doorl. aen te roepen, omGa naar eind9 10 de swaerigheit eener zaeke te redden, die haer van brenger dezesGa naar eind10 11 zal ontfouwen worden. Hoe ontgae ik het? Hij is een geschikt enGa naar eind11 12 geleerdt jonkman, mij in maeghschap bestaende; de vaederGa naar eind12 13 Willem Blauw, boekdrukker, een schrander wiskonstenaer, 14 leerling van Ticho Brahe, genoegh vernaemt, ende zoud' het betGa naar eind14 15 zijn, als 't hem luste. Mij waer lief, zoo U.Ed.gestr. hem een goedtGa naar eind15 16 woordt kon leenen, maer leeder veel, dat zij hier in ijets dede datGa naar eind16 17 eenighsins aenstootlijk oft haer tegens de borst moght wezen:Ga naar eind17 18 alzoo mijne zinlijkheden zich altijds blijdelijk buighen zullen onderGa naar eind18 19 die van Uwer Ed.gestr. gelijk de plicht is 20 Welede &c. van 21 Uwer Ed.gestr. 22 Allereighensten en nemmer 23 losbaeren dienaer 24 P C Hóóft. 22 In haeste, van den 23 H.t. Mujden, den jen 24 van Hoejmaent. 1634.
Verzoek om voorspraak bij de Prins terwille van een zoon van de beroemde drukker Willem Jansz. Blaeu, waarschijnlijk Dr. Johan Blaeu. |
|