De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 490]
| |
614 (C. Huygens aan P.C. Hooft)1 Mijn Heer;
2 De verschimmelde schuld daer mij Joffw Crombalck voor maent,Ga naar eind2 3 quijt ick met dus weinigh papiers. De kladden daer af werdenGa naar eind3 4 'tvoorleden jaer te velde, te schepe, te waghen, te paerde meest, 5 geboren. Tot d'afschriften hebb ick mij nu eerst konnen ver-Ga naar eind5 6 ledigen. Magh dese vreemdeling soo veel voordeels van sijnGa naar eind6 7 Nederlandsch kleedsel genieten, dat hij, door Amsteldam 8 treckende, met U.E. de Heeren Reael, Barlaeus, Baeck, Vondelen 9 of anderen die 't beter lusten en gebeuren moghe, kenniss make,Ga naar eind9 10 en voorts sijne reise op Alckmaer spoedighe; de ruijme snijder (inGa naar eind10 11 andermans leder) die hem uijtreedde, salder sich de meeste gunst afGa naar eind11 12 toemeten, en blijven 13 Mijn Heer, 14 U.E. ootmoedighe Dienr 15 C Huijgens. 16 Soo mij de voor-besigheden van 't veld-leger 'tgeluck van een'Ga naar eind16 17 Amsteldamsche reise niet en breken, sal ick de 2 1/2 Boecken vanGa naar eind17 18 U.E. Historie zelf t'huijs leveren, met het gevoelen daerover van 19 S.Exe diese noch in handen heeft. Konde U.E. sich den lustGa naar eind19 20 verghen, van eenighe mijner Latijnsche Rijmerijen te sien, rechteGa naar eind20 21 straet-kinderen, tuschen 'tHof en mijn huijs gevallen, daer zijn tweeGa naar eind21 22 of drij papierkens, die t'Amsteldam op U.E. voorgaende verlof, enGa naar eind22 23 anders niet, verschijnen willen.Ga naar eind23 24 In 'sGravenhage. den 4en Martij 1634
Huygens stuurt vijftien vertalingen naar Donne en verzoekt die, als de Amsterdamse vrienden ze gelezen hebben, aan Tesselschade door te zenden. - Hij hoopt de stukken van de Nederlandsche Historiën, die hij aan de Prins ter lezing gegeven heeft, zelf in Amsterdam terug te brengen. |
|