De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 481]
| |
*609 (J. Jacobsz aan P.C. Hooft)Ed: Eerentfeste, *voorzinnige*Ga naar voetnoot+, discrete Heere
1 Mijn Heere
2 Ick seijnde U.Edt drie coppell patrijsen, twijffele niet, off d'selve 3 sullen U.Edt ten hoochsten aengenaem sijn, gemerckt d'selvige 4 goet, ende alhier weijnich te becomen sijn. Voorder hebbe U.EdtsGa naar eind4 5 missive wel ontfangen nopende de questie van Cornelis Evertsz, 6 ende dienvolgende die saecke laten rusten. Doen en hebbe niet 7 verstaen, van wien ick de costen van informatie, chirurgijns, pro-Ga naar eind7 8 cureur &c soude innen. Versoucke derhalven U:Edt seer vriende- 9 lick, mijn daer van gelieve te adviseren, hier op verwachtende 10 antwoordt bevele U.Edt inde protectie van God Almachtich ende 11 blijve altijt 12 U.Edts dienaer 13 Jochem Jacobsz schout
14 [-] is eenen gesneden inGa naar eind14 15 [-] is de wonde bevonden 16 [-] onde, daer van ick U:Edt 17 [-] adviseren. In Blaricum 18 [-] b 1633
Vraag van de schout van Blaricum, met drie koppels patrijzen. |
|