De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 424]
| |
579 A Monsieur, Monsr Joost Baak, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.Loont.
1 Monsr mon Frere,
2 Over acht daeghen heb ick UE een bladt ujt Tacitus gezonden.Ga naar eind2 3 Maer zie UE gewoonlijken ijver in 't antwoorden, van tijdt tot tijdtGa naar eind3 4 verkoelen. 'T welk nochtans UE bezigheit met haere eighene endeGa naar eind4 5 andere lujden zaeken liever heb toe te rekenen, dan eenighen afbrekGa naar eind5 6 van d'ouwde geneghenheit: ende wil gelooven dat UE des teGa naar eind6 7 slapper niet en is in 't ujtschrijven der Historien. Derhalven, alhoe- 8 wel Sr Tol ende zijn Huisvrouwe jegenwoordelijk hier zijnde endeGa naar eind8 9 etlijke daeghen ons gezelschap gehouden hebbende, mij merkelijk 10 verlet aenbrengen, hebbe niet gelaten wederom veirdigh te maekenGa naar eind10 11 't geen hier bij gaet. Ende ontschuldighe UE te meer, mits mij 12 dunkt ujt schrijven van Joffre Tesselscha te spellen, dat UE inGa naar eind12 13 haeren oordt weder een' wijle omgeslingert heeft. Mijn swaegher 14 Bartolottj is nu op zijn' tweede rejze nae den Haeghe. Zulx mij ook 15 van die zijde weenigh nieuws wort bijgezet. UE plaght het plecht- 16 anker te wezen. Niettemin Sr van der Wijen doet mij heden ver- 17 staen, dat 'er 600 schepen van tussen 20 ende 40 last zijn geprest omGa naar eind17 18 den Prinsse te dienen: ende 200m ponden tweebax gereedt gemaektGa naar eind18 19 wordt, hij en weet tot welken toght. Dat ziet 'er niet met allenGa naar eind19 20 bestandachtigh ujt. God geeve maer dat de Fortujne zijner Vorstl.Ga naar eind20 21 Doorl. bestendigh blijve, ende UE de volkomenheit haerder 22 deughdelijke wenschen, gelijk van heeler harte wenscht, 23 Monsr mon Frere, 24 U E 25 Toegeneghe dienstwste 26 broeder 27 P C Hóóft. 26 Vanden Hujze te Mujden, 27 6 Julij. 1633. | |
[pagina 425]
| |
Vervolg. |
|