De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 410]
| |
572 (C. Huygens aan P.C. Hooft.)1 Mijn Heer;
2 Hier neffens keert tot U.E. het stael van die deftighe Historie, daerGa naar eind2 3 van ijder een het heele stuck met ongedult verwacht, die dus wei-Ga naar eind3 4 nigh vanden smaeck voor uijt heeft. Den draed van tverhael oor-Ga naar eind4 5 deelen wij gesamentlick suijver, helder, en, in een woord, door-Ga naar eind5 6 luchtigh. het onderzoeck der waerheid scherp, ende de woorden 7 soo krachtich als in Henrick, maer (U.E. vergheve de wreedheid 8 van dese) min wreed. In dit verlangen vande wereld gheve ickGa naar eind8 9 U.E. te bedencken oft niet raedsaem en ware ettelicke stucken voorGa naar eind9 10 uijt te laten draven, die 't veld ondeckten, ende U.E. kondschappGa naar eind10 11 doen mochten van wijsheit en viesheit, die hedensdaeghs soo veelGa naar eind11 12 in swang gaet. Dus veel segg ick in procinctu, ende uijt een draeijen-Ga naar eind12 13 de hooft van de leste besigheden voor 't vertreck. Daer leijt ijetsGa naar eind13 14 oud franschs begonnen op Henrick de groote. Maer is mij nietGa naar eind14 15 mogelick te voltoijen in dit geraes. D' eerste ledighe uren zijnderGa naar eind15 16 toe verdoemt, gelijck alle de mogelickheit mijner diensten om 17 U.E. te bethoonen dat ick meen te sterven 18 Mijn Heer: 19 U.E. ootmoedighe Dienr 20 CHuijgens. 19 Inden Haghe den 20 26en Apr: 1633
Huygens stuurt het gedeelte van de Nederlandsche Historiën terug; hij noemt de woorden ‘minder wreed’ dan die van Henrik de Gróte. - Aan een Frans lofdicht daarop is hij begonnen. |
|