De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 331]
| |
527 A Monsieur, Monsr Joost Baak, inde Nes naest de geringde kat, tot Amsterdam.(Baak: beantw 17 Maj 1632) Loont.
1 Monsr mon Frere,
2 Wij verneemen nu in een' wijle niet nieuws, uitgezeidt de bloemenGa naar eind2 3 daer 't geboomt zich meê pronkt, naerijverende de Oostersche endeGa naar eind3 4 buirgewesten der zonne, met de geur van de kanneel hunnesGa naar eind4 5 lieflijken adems, daer de lucht den zijnen in schijnt op te haelen.Ga naar eind5 6 Heden was hier de zoon van mijnen swaegher Kloek, die noch 7 geenen onderwijzer voor zijn' kinderen heeft. Misselijk is 't U EGa naar eind7 8 vergeten wat ik laest van D. Hasius voorsloegh, oft hij niet zoetGa naar eind8 9 daer op. Anders wenschte dat 'er UE eens aen peinsde ende mijnenGa naar eind9 10 swaegher bescheidt deed hebben. Op morghen verwachte inGa naar eind10 11 wisseling van den bijgaenden horn ujt Tacitus, de weekelijk<s>e 12 loopmaeren: doch met meerder graegheit 't geen UE maghGa naar eind12 13 vernomen hebben van de waerheit der zaeken tegens Pappenheim 14 verricht. Want zal daer aen twijfel slaen, tot datze vervolght: teGa naar eind14 15 meer mits mon frere Bartolottj op mijn verzoek noopende dit 16 punt blijft swijghende. Godt geve dat het werk niet averechtsGa naar eind16 17 geleghen zij, ende UE de vulte haerder deughdelijke begeerten,Ga naar eind17 18 nae bede, 19 Monsr mon Frere, van 20 U E 21 gansdienstwen broeder 22 P C Hóóft. 21 In haeste, ujt mijn Toorentjen, 22 16 Maj. 1632.
Diversen. |
|