De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 329]
| |
526 Aende Ed.Mo.Heeren vande Reke der Graeflijkh.1 Ede &c.
2 Nae dat ick den last mij van U.Ed.Mo. bij haere missive vanden 3 xjen gegeven, hadde doen verstaen den Buirmr ende gerechten van 4 Blarikom, zoo is de voors Buirmeester nevens eenen van Naerden,Ga naar eind4 5 mitsgaeders van Blarikom ende Hilfersom op gisteren hier ver- 6 scheenen. De redenen hen moverende om t' empescheren 't effectGa naar eind6 7 van UEd.Mo. appoinctement in faveur van Pieter Adriaenszoon 8 verleent, zijn, zoo zij zeggen, dat, volghends hunne gerechtigheden 9 ende oude costujmen niemande vrijstaet de Goejsche Gemeente teGa naar eind9 10 gebrujken, die bij ujtheemschen vaeder geteelt is. Dat ook niet en 11 zal bevonden worden ijemant van dier qualitejt, bij U.Ed.Mo.Ga naar eind11 12 gebeneficieerd te zijn met het genot der voors Gemeente ujtgezeidtGa naar eind12 13 nu ruim vijfjaeren geleden eene Frans Janszoon hunne bujrman; 14 doch advoueren wel dat bij die van Naerden zoodaene weldaedtGa naar eind14 15 aen eenighe vreemden is geindulgeert geweest: maer niet bij deGa naar eind15 16 Dorpen, dien zij nochtans schijnen zulx geöorloft te achten, alsGa naar eind16 17 disponerende van hun eighen. Ende alhoewel zij met den voors 18 Frans tot noch toe moghten hebben geconniveert, dat zij, mitsGa naar eind18 19 't itereren van gelijke gratie inden persoon van Pieter Adriaenszoon, 20 beginnen te apprehenderen de consequentie van dien: gemerktGa naar eind20 21 (naer hun zeggen, dat zij beloofden te verifieren, alhoewel ickGa naar eind21 22 anders bericht ben) in Goejlandt groot getal van lujden gevonden 23 wort, die in gelijken graet staen ende schier oft morghen 'tzelfsteGa naar eind23 24 zouden moghen verzoeken ende obtineren. Waer over zij geresol-Ga naar eind24 25 veert waeren zich daer tegens t' opposeren ende zelfs de beesten 26 van den voors Pieter Adriaenszoon van der gemeente te haelen. 27 Niettemin, alzoo ick hun vertoonde dat zulx als smakende gewelt,Ga naar eind27 28 hun bij UEd.Mo. met reden quaelijk afgenomen zoude worden,Ga naar eind28 29 verklaerden entlijk liever te willen den wegh van rechte ingaen, 30 ende zich addresseren aen d'Ed.Mo. HH. van den Hove om eenighe 31 provisie. 'T welk ick in conformité van mijn debvoir UEd.Mo.Ga naar eind31 32 hebbe gehadt te verstendighen, omme daertegens te moghen stellenGa naar eind32 33 alzulke ordre als 't maintineren vande Hoogheit der Graeflijkh zal 34 vereisschen. Indien zij mij de voorgemelde verificatien ter handt 35 stellen, zal dezelve aen UEd.Mo. op 't spoedighste overschikken, 36 ondertussen God biddende, 37 Ede &c. UEd.Mogh. in gelukzalighe regeringe altijds te bewaeren, 38 ende in haere goede gratie, | |
[pagina 330]
| |
39 UEd.Mo. 40 Onderdaenen dienstwen 41 P C Hóóft. 40 Vanden H.t. Mujden, 41 16 Maj 1632.
Over het gebruik van de meent door een Gooilander met een uitheemse vader. (Vgl. De Vrankrijker, Stad en lande van Gooiland blz. 18 v. en 522, 528) |
|