De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 151]
| |
430 Aenden Heere Jacob Witz, Majoor Generael ende President vanden Krijsraedt der Vereenighde Nederlanden &c.1 Weledele, &c.
2 Mij hebbende geredt, door de verwartheidt der eerste beroerten,Ga naar eind2 3 en mengelmoes van beraedingen daer op gehouden, begin ick nu,Ga naar eind3 4 mits 't genaeken des Hartoghen van Alva, te bezeffen de noodt omGa naar eind4 5 mijn' bijzienighe onervaerenheit tegens de koomst van dienGa naar eind5 6 strengen soldaet, eenigher wijze ende zoo veel als door middel van 7 ernsthaftighe bespiegheling des Krijshandels, doenlijk is, te scherpenGa naar eind7 8 ende te oeffenen. Ende gemerkt tot sterking en verklaering van 't 9 gezicht des oordeels in dezen, geen beter ooghwaeter te vinden is 10 als 't geene, dat UEd.Gestr. ujt de nijverlijk betrachte veltslaeghen 11 der laeste eeuwen, gefineert heeft, zoude 't mij wel groote eer enGa naar eind11 12 gunste zijn, die noch eens met aendaght te moghen overlezen. 13 Bidde derhalven UEd.Gestr. indien 't zonder haer ongerief ge- 14 schieden kan, mij dezelve bij brenger dezes, voor een korte wijle te 15 laten volghen, ende God almaghtigh UEd. 16 Weledele &c. met alle die haer lief zijn, in eere en voorspoedt 17 altijds te bewaeren, nevens hartelijke groete, dienst en eerbiedenis 18 van
19 U Ed.gestr. 20 Ootmoedighsten ende verplichtsten 21 dienaer 22 P C Hóóft. 21 ujt Amsterdam, 11 April. 1631.
Hooft vraagt Wijtz zijn geschiedenis van de veldslagen nog eens te leen, om zijn inzicht in de oorlogvoering te verbeteren nu hij met de Nederlandsche Historiën tot de komst van Alva gevorderd is. |
|