De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 79]
| |
396 A Monsieur, Monsr Joost Baak, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.(Baak: Muyden 1630 25 Sepr beantw 27 ditto.) Loont
1 Monsr et frere,
2 UE schrijven van den 23 heb geenen tijdt gevonden, voor dezen te 3 beantwoorden. Het werpt veele woorden in 't water, om teGa naar eind3 4 beweren, de vlijt, in 't bestellen vanden wijn ende 't bedingenGa naar eind4 5 deszelven aengewent. Want het waere al te arm een' zaek, dat ickGa naar eind5 6 UE anders zoude toevertrouwen. Hebbe Carel vander Wijen aen- 7 geschreven, dat hij dien zal betalen aen Arent Bosman. Van 8 verwisselt te zijn, waere quaedt ijet te zeggen. Evenwel ist mij op 9 mijn' bruiloft bejeghent, zoo klaerlijk dat de wijnkooper over- 10 tuight door de proef, een vat weder nae zich nam. Dat volk meentGa naar eind10 11 bijnae een werk van barmhartigheit te doen, als zij een' dikke tong,Ga naar eind11 12 als de mijne, konnen mompen, ende door 't geloof den RijnschenGa naar eind12 13 in Franschen veranderen. Niettemin, mijn Fransche daer bij 14 verzocht ende vergeleken, ontviel meer als ick meende. MijnGa naar eind14 15 Rijnsche kostende de aem ontrent 65 gl, geeft hem mijns oordeels 16 niet toe. Maer doet ons de gunste van kennis te komen neemen, 17 ende dan vonnis te vellen. UE gissinge vande koomst des 18 metselaers op morghen, en zal acht ick, geen' missinge maken: ende 19 veel zijn, zoo wij hem op maendagh naestkomende krijghen. De 20 kermis niet te houden, waer kerkroof gepleeght; ende 't staertjenGa naar eind20 21 der week is niet waerdt, om mede te beginnen. Ick bid UE gelieve 22 immers te bevorderen, dat hij eenen knecht, twee oft meer vandenGa naar eind22 23 Leidekker met zich brenge, om 't dak van 't hujs te verstellen, 24 ende vooral dat vande gang af te breken. Want de metselaers 25 zouden alle de laijen schenden. Zoo UE mij ook mijne reke van 26 't verschot aen Sweling ende ter zaeke vanden wentellessenaer 27 zonde, zoude mij te gelde schikken: hoe eer, hoe liever.Ga naar eind27 28 Het laeste stuk ujt Tacitus, hoop ick UE behaeght zal hebben: 29 zonderling de brief van Tiberius, op 't ende gestelt in zeer 30 gedrongen schrift, ujt ijver om dien heel bij een te hebben. HartzalfGa naar eind30 31 voor den staet isser in; op meer dan een' plaetse. De loopmaeren 32 komen UE wederom toe, die des Fransmans bedrijf brederGa naar eind32 | |
[pagina 80]
| |
33 ujtmeten, als d'Italiaensche doen. Maer elk suft op de wonderenGa naar eind33 34 door den H. van Thoirax gewroght. Geen tegenspoedt kan hem 35 zijn' glorij beneemen. Maer zoo de fortuin hem een hoon schuldighGa naar eind35 36 is, dien hij niet verdient, mij dunkt dat ickze hem zal helpen 37 draeghen; zoo help ick hem met alle mijn geneghenheit. God 38 geeve een beter, ende U E 39 Monsr et frere 't volkomen uwer goede begeerten, met hartlijke 40 groete ende gebiedenis van
41 U E 42 Gansdienstwe broeder 43 P C Hóóft.
44 Vanden Ht Mujden, 45 25 Sep. 1630.
Lopende zaken. |
|