De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 57]
| |
385 A Monsieur, Monsr Joost Baek, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.(Baak: Muyden 29 Augti 1630 beantw 30 ditto) Franq.
1 Monsr et frere,
2 Gisteravont schreef ick U E, in 't breede, 't geen hoope wel terGa naar eind2 3 handt gekomen zij. Mits nu mijn loopende bode derwaerts gaet, 4 koom ick UE op nieuw quellen, om bevordert te hebben eenighe 5 zaken vereischt tot vercieringe van 's Prinssen koomste alhier.Ga naar eind5 6 Voor eerst wenschte wel dat Mr Dirk Sweeling moghte beweeghtGa naar eind6 7 ende bewillight worden, (want met onwillighe honden quaedtGa naar eind7 8 hazevangen is) om hier te koomen tegens dien tijdt op de Clave- 9 cimbel speelen, die ick heb doen stellen, zoo dat hij daer weenighGa naar eind9 10 werx aen vinden zoude. Indien UE zich niet sterk maekt hem teGa naar eind10 11 bepraeten, moght zien, oft de Ridder Reael, aen wien mijGa naar eind11 12 dienstelijk gebiede, met behulp van mijne Neeven Simon de RijkeGa naar eind12 13 ende P.Jansz. Hóóft, zoude konnen goedtvinden de HH. 14 Burgermren eens daer af te spreken, om te zien oft hunne EE 15 gelieven moght Sweeling daer af een woordt te doen zeggen: 16 waerop ick achte, hij zich niet zoude t' zoeke maken. Zoo men metGa naar eind16 17 Sweeling niet te rechte raken kan, diende d'Organist vande 18 nieuwe kerk Mr Willem gesproken, die 't niet weigheren zal. Ick 19 en weet niet oft de HH Burgermren de kosten der stadt, in dezeGa naar eind19 20 geleghenheit zouden kunnen verstaen zoo verre te rekken, als totGa naar eind20 21 het festeren zijner Vorstl. Doorl. op dezen Hujze. Maer in allen 22 gevalle acht ick hunne EE niet ongeraeden zullen vinden eenighe 23 Heeren, daer mijn Neef de Rijk wel onder diende te maghtighen,Ga naar eind23 24 om zich alsdan hier te vinden, ende 't geene tot sterking dezer 25 plaetse gedaen is, nevens de geleghenh aen te wijzen; alzoo dit deGa naar eind25 26 Stadt, ten hooghsten, om verscheide inzichten, is betreffende. UE 27 zal ujt den Heere Reael, ende door zijne Ed.gestr. werkende, 28 lichtlijk speuren wat hier af te verwachten zij, zonder der zake 29 schijn te geeven, als ofter van mij grootelijx op gedrongen werdt. 30 De Heeren van Amsterdam, ontfingen 't voorleeden jaer een Plan 31 oft aftekening van deze plaetse van mij, ende hebben die tot nochGa naar eind31 32 toe behouden, om op te raedslaeghen, ende die bequaemer te doenGa naar eind32 | |
[pagina 58]
| |
33 stellen: gelijk geschiedt is, immers ten meestendeel. Nu zoude mijGa naar eind33 34 quaelijk voeghen zonder aftekening gevonden te werden, endeGa naar eind34 35 derhalven vrundschap geschieden, dat mijn Heer Reael, oft UE 36 zelf, geliefde van mijnen Neeve de Rijk het ouwde ende nieuwe 37 ontwerp oft plan, bejde te verwerven, om mij toegeschikt te 38 werden. Zullen bejde altijds tot stads besten blijven. Wel is waerGa naar eind38 39 dat ick op maendaeghe driegh daer te koomen: maer mijn tijdt zalGa naar eind39 40 'er kort zijn, ende de Heeren zijn dikwijls vander handt.Ga naar eind40 41 Wat ick aen Vondelen schrijf kan UE bij den ingesloten zien, 42 denzelven daernae slujten, ende hem behandighen, blijvende, 43 Gode bevolen, naer groete ende gebiedenis, 44 Monsr et frere, van 45 U E 46 Gansdienstwen Broeder 47 P C Hóóft. 48 UE gelieve door de voors Heeren te bevorderen, dat hier tegens 49 dien tijdt de bosschieter van overjaer gezonden werde oft eenGa naar eind49 50 ander, maer diend 'er eenen dagh te vooren te zijn. Hij heet 51 Laurens.
52 Ter vlught, ujt mijn 53 Toorentjen, 29 Aug. 1630.
Voorbereidingen voor de ontvangst van de Prins. |
|