De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 30]
| |
374 (P.C. Hooft aan J. Baek.)1 Monsr et frere,Ga naar eind1
2 Den dekker van dezen slingerd' ick gisteravont af, om de reden daerGa naar eind2 3 aengewezen. De Veerman hier gebleven zijnde door 't harde 4 weder ende scheuren van zijn zeil, heb tijdt gevonden, om de 5 bijgaende overzetting ujt Tacitus te voltrekken. Hoope dat zij in 'tGa naar eind5 6 midden haer kromtongen wat verleert zal hebben, mits UE mijGa naar eind6 7 ontslaet vanden bandt der woorden, die Hasius grondigh verklaerenGa naar eind7 8 kan. Ook heb ick de nevensgevoeghde stukken tegens BorGa naar eind8 9 vergeleken, ende eenigh verschil van verlank gespeurt, dat mijGa naar eind9 10 beweeght d'afschrift te verzoeken, om tegens dien pas te bewaeren;Ga naar eind10 11 denkende hiermede bujten noodt te zijn van U E, in al een' wijle teGa naar eind11 12 quellen. 13 Graef Ernst zeggende heden van Harlingen met zijne gemalinneGa naar eind13 14 afgevaeren te zijn, was thans hier, om 't hujs ende plantaedje teGa naar eind14 15 bezightighen, alzoo zijne Gen. tot Ujtrecht ten Duitschen Hujze,Ga naar eind15 16 ende in de Baronnij van Liesvelt, doende is, met bouwen en 17 planten. Dezelve verklaerd' het op Amsterdam gemunt te hebben,Ga naar eind17 18 maer dattet inden windt was. Ick zeide van waeghens: daer zijneGa naar eind18 19 Gen. op antwoorde geen' bootschap aldaer te hebben, ende der-Ga naar eind19 20 halven zijnen wegh op Ujtrecht te zullen vorderen. In 't wandelenGa naar eind20 21 beklaeghd' ick het verlies van Mantua. Zijn' Genaede zeide datGa naar eind21 22 noch niet aen te neemen, ende geen' maniere te zijn datmen be-Ga naar eind22 23Ga naar margenoot+ legherde steden bij escalade veroverde, dat ook de brieven van 24 Venetien daer af noch niet en melden. Waer op ick voeghde, hoeGa naar eind24 25 mij anders bericht was ende 't schrijven van daer dien ramp beves- 26 tighden, maer d'omstandigheden al anders afmaelden, zulx deGa naar eind26 27 vijandt binnen verstant hebbende aenden wal scheen geweest teGa naar eind27 28 zijn, mits de Hartogh met hem verdongen, ende in veiligheit totGa naar eind28 29 Verona oft Ferrara gelejdt was. Doen scheen zij 't geloof te geven:Ga naar eind29 30 ende is voorts vertrokken. 31 Hier ontfang ick schrijven van mon frere Bartolot, met d'Ita-Ga naar eind31 32 liaensche nieuwmaren, zonder stuxgewijze ende met klaerheit teGa naar eind32 33 spreken van de verovering van Mantua. In tijdingen ismen altijds 34 een bakken ten achteren: ende nu mijn meeste verlangen naeGa naar eind34 35 't geene de Franchojzen, Venetianen ende Paus zullen bijder handt 36 neemen. Doch mondt mij qualijk ujt de voors nieuwmaren teGa naar eind36 37 lezen, dat de Paus, op 't laeste maeken van Cardinaelen aen zichGa naar eind37 38 gehouden hebbende, in tijdt ende wijle, noch eenen tot die waerdig- 39 heit te noemen, alsnu verklaert heeft Cardinael den Bisschop van | |
[pagina 31]
| |
40 Sivilien. Zulx datter de Spanjart schijnt de vreez in te hebben; endeGa naar eind40 41 jeghenwoordelijk een gelukkigher jaer, als 't voorgaende. Dit 's 'tGa naar eind41 42 beloop vande werelt, ende ick 43 Monsr et frere,
44 Ter ijl. 13 Aug. 44 U E 45 Gansdienstwe Broeder 46 P C Hóóft. 47 Heden is mij de brief vandenGa naar eind47 48 H. Auditeur Mierop geworden, 49 zijnde, zoo 't schijnt bij afwezen 50 van mijn' swaegher Cloek 51 verzuimt te bestellen.
Over het vertalen van Tacitus. - Bezoek van Ernst Casimir. - De val van Mantua. - Benoeming van kardinalen. |
|