De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 735]
| |
321 A Monsieur Monsr Joost Baek, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.Lóónt. (Baek: beantw. 23 Julj 1629)
1 Monsr et frere,
2 Voor den brief van gisteren als gehaelt ujt den brantGa naar eind2 3 ende 't heetste uwer bezigheit, beken ick nae maete 4 vande moejte, ende prijs des tijds daer aen te kost gelejt, 5 in UE schult te staen. Mijne brieven ujt Parnas zijn 6 noch niet opgebroken, om dat mij quaelijk heeft mo-Ga naar eind6 7 ghen beuren die te lezen ende min te vertaelen. Ik zie 8 nochtans noode UE nieuwmaeren schrejende t' hujsGa naar eind8 9 komen, gelijk het kindsche spreekwoort niet onbevallijk 10 zejt. Zend 'er daeromme bij een briefken dat ick wenschteGa naar eind10 11 om zijne outheit ende bemeuzeling gëeert moght werdenGa naar eind11 12 voor een heilighdoom, gelijk de beenen ujt de knielsvatenGa naar eind12 13 geraept, die men den anderen ten diersten aensmeert, metGa naar eind13 14 vroetmaeken datse wel eer aen timmeraedjen gestaen hebbenGa naar eind14 15 daer zielen in t'hujs laeghen, die nu den hemel 16 bewoonen. Deze kostelijkheit is mij gister van eenenGa naar eind16 17 Franschen soldaet ende krepel van hier, ujt het legher geko-Ga naar eind17 18 men, vereert. 'T is een liefjen treet 'er niet op, zult ghij zeggen.Ga naar eind18 19 Nochtans vermelt het eenighe besonderheden, die ick meeneGa naar eind19 20 door anderen, niet zoo stukwijs, overgeschreven zijn. Als 'tGa naar eind20 21 UE gelezen heeft, mooght het de eere doen, die de Westindi- 22 sche bewinthebbers 't hooft vanden Sint Jan hebben toe-Ga naar eind22 23 gelejt, ende aen Vulkaan opofferen. Ick hoor datse nu eenen 24 bujt ujt Brasilien hebben, die hier te lande meer aen- 25 bidders vinden zal, ende bij mij in geen kleener waerde en is, 26 om datse de sujker van de dierte genezen kan, in dezenGa naar eind26 27 genakenden tijdt van frujten in te leggen, ende met zoet teGa naar eind27 28 zulten. Des te liever zullen wij ons tonneken heel volGa naar eind28 29 zien ende herwaerts gezonden, bij d'eerste geleghenheit. 30 Ende op die zoete hoope gebieden ons in gunste van UE 31 die God met Joffre ma soeur ende alle de haere in voorspoedt 32 behoede, nevens hartlijke groetenis van
33 Vanden HtMujden, 34 17 Julij. 1629. 34 UE 35 gansdienstwen broeder 36 P C Hóóft. | |
[pagina 736]
| |
Hooft bedankt voor de brief die Baek hem de 16e juli, ondanks overgrote drukte, geschreven heeft. Daar hij geen vertaling van Boccalini klaar heeft, stuurt hij een briefje dat hij van een soldaat gekregen heeft en dat blijkbaar nieuws over de belegering van 's-Hertogenbosch bevat. Er moet een schip met suiker uit Brazilië binnen zijn, de suikerprijs zal dalen. Baek gelieve de suikerton van de Hoofts spoedig goed gevuld te zenden met het oog op de komende fruitoogst. | |
[pagina *35]
| |
35 Dr. A. van Blijenburg
| |
[pagina *36]
| |
36 Caspar van Baerle
|
|