De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 713]
| |
308 A Monsieur, Monsieur Joost Baek, bij 't oudemannenhujs op de Singel in 't hujs getekent No. 3. tot Amsterdam.Lóónt.
1 Monsr et frere,
2 Dertien blaeden overzetsels ujt Tacitus komen UEGa naar eind2 3 hier nevens over, getekent met hun tal, in voeghe alsseGa naar eind3 4 vervolghens te lezen staen. Zoo de gasten niet welkoom 5 en zijn, UE en behoeftse maer wederomGa naar eind5 6 te wijzen. Al zijn ze genodight zij en zullen 't zichGa naar eind6 7 niet belghen. Veel te wel weeten zij haer waerde, 8 ende wat rok zij hebben ujtgetrokken, doenmenze in 'tGa naar eind8 9 Duitsche pak stak. Altijds, die hen dus gekleet heeftGa naar eind9 10 kan 'er geen behaeghen in scheppen, ende zal niet vremt 11 vinden, zoo UE geen vermaeken in dit maeksel vint, 12 ende dat te rug zeint zonder nae te bootsen, met UEGa naar eind12 13 penne. Maer UE zij daer rechter over, ende derselveGa naar eind13 14 gelieve immers, te zenden de Psalmen mij 15 belooft. De nieumaeren der voorlede weeke zal 16 ick ook niet weigheren, ende zoudeze gezocht hebbenGa naar eind16 17 bij UE, en had ick niet ten ooren, in de onleede van 18 brujloft, bodenwissel, ende rejze, t' effens gesteken.Ga naar eind18 19 Zij zullen met eenighe tijdinge ujt Parnas weder 20 t' hujs komen: te liever indien UE daer ijetsGa naar eind20 21 van de loopende maeren, daer 't leven nu ge-Ga naar eind21 22 weldigh in is, benevens over schikt. 'T welk ver- 23 wachtende, zal UE 24 Monsr et frere, met alle die haer lief zijn, Gode in schut ende scherm 25 bevolen laeten, naer groete ende gebiedenis van
26 Vanden huise te Mujden, 27 den 14en Maj. 1629. 27 UE 28 Weldienstwillighen broeder 29 P C Hóóft. | |
[pagina 714]
| |
Hooft zendt Baek vertalingen uit Tacitus, waarover hij zich zeer ontevreden toont. Hij vraagt om de hem beloofde psalmen en de nieuwstijdingen van de vorige week, zo mogelijk ook actueel nieuws. Bij de terugzending zal hij nieuwmaren uit Parnas sturen. |
|