De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 434]
| |
178 (Geen adres)1 Ede etc.
2 Op het te kennen geven van Pieter Cornelisz. Hooft Castelain vanGa naar eind2 3 Mujden ende Baljuw van Goeijlandt soone vanden Burgermr 4 Hooft onsen confrere, lujdende hoe dat UEd. op naeme ende wt 5 handen van Willem Jansz. Hooft op interesse genomen soude heb- 6 ben sekere penningen hem competerende vande welcke hij doorGa naar eind6 7 geene gevoeghlijcke weghen van ernstigh aenhouden, in eenigheGa naar eind7 8 jaeren herwaerts aen hooftsomme oft interes heeft konnen gerae- 9 cken, hebben wij niet ongaerne verstaen tot dese despeche aen UEd.Ga naar eind9 10 te doen, om met alle moghelijcke instantie te versoecken, gelieve 11 ordre te stellen dat de voors Castelain van sijne hooftpenningen en- 12 de interessen, op 't spoedighste, gelijck sijne gelegenheden vereis- 13 schen, moghe werden gerembourseert. Ende gemerckt soo wel deGa naar eind13 14 eere ende reputatie van UEd. sulx is vorderende als dat wij aen 15 deselve niet anders dan aequitabel tractement jegens onse burgerenGa naar eind15 16 ende ingesetenen achten te hebben gemeriteert door bewesen endeGa naar eind16 17 wijder te bewijsen affectie, sullen ons daer toe verlaeten UEd. 18 Hiermede, 19 Ede gestrenge etc.
5 december 1621 vertrok Dr. Dirck Bas, 1569-1637, dertien maal burgemeester van Amsterdam, met twee anderen als extraordinaris ambassadeur naar Jacobus I van Engeland (5 dec. 1621-12 febr. 1623). Hooft heeft zijn tussenkomst verzocht bij de ordinaris ambassadeur Caron, en zendt hem het ontwerp voor een vertoog van de burgemeesters van Amsterdam aan Caron ten bate van hem, Hooft, die burger van Amsterdam en zoon van een burgemeester is. Vgl. 135, 167, 168, 169, 171, 178, 181, 190, 201, 226a. |
|