De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 414]
| |
167 Aenden H. Ambassadeur Caron.1 Ede Gestrenge etc.
2 Over lange ende tot meermaelen gechargeert hebbende Sr WillemGa naar eind2 3 Hooft mijnen neeve om inne te trecken ende mij te remitteren deGa naar eind3 4 £ 400 sterlinx, op sijnen naeme doch voor mijn reke aen U Ed. den 5 21en Martii a 1617 op interes gegeven ende mij d'eene tijdt achter 6 d'ander gefrustreert vindende van dien toeverlaet tot ondrachelijckGa naar eind6 7 reculement mijner affajren soo ist force dat ick entlijck diffidereGa naar eind7 8 vande diligentie die ick in desen van hem had verwacht. Want can 9 naulijx twijfelen, oft als de staet mijner gelegenheden ende t groot 10 interes datse bij mangel van dese betalinge lijden haer behoorlijckGa naar eind10 11 waeren vertoont, UEd. en soude geweest zijn om redene plaets,Ga naar eind11 12 ende mij 't mijne te laeten hebben. Ende ben daerom geperst totGa naar eind12 13 resolutie van 't stuck eenen anderen te bevelen, naemelijck aen Mr 14 Henry Robinson burgher tot Londen, aen wiens handen UEd. gelie- 15 ve betaelinge van de voors mijne hooftpen ende verloopen interessen 16 te doen, ofte bij faute van dien, mij te goede te houden dat ick mijneGa naar eind16 17 soo gerechtelijcke schuldt door weghe van rechten doe vervolghen,Ga naar eind17 18 doch dienstelijck ende reverentelijck versoekende dat UEd. aenge- 19 naemer zij equitabler wijse als met wtvlucht van chicanerie te beje-Ga naar eind19 20 ghenen dengeene die 21 Edele Gestrenge etc. God bid UEd. in Eeren ende voorspoedt altijdt 22 te bewaeren; om te moghen blijvenGa naar eind22
23 UEd. 24 geaffectionneerdt Dienaer 25 P C Hóóft.
Hooft heeft op 21 maart 1617 op naam van zijn neef Willem Jansz. Hooft te Londen, vgl. 190, en door zijn bemiddeling £ 400 sterling tegen obligatie geleend aan de ambassadeur ordinaris der Staten-Generaal bij de Engelse koning, Noël de Caron, heer van Schooonewal († 1624). Deze is, na de rente over het eerste jaar voldaan te hebben in gebreke gebleven, waarna Hooft zijn neef opgedragen heeft, de hoofdsom en de achterstallige rente terug te vorderen. Ca- | |
[pagina 415]
| |
ron heeft blijkbaar niet aan deze vordering voldaan. Hooft deelt hem nu mede, de zaak in handen van een procureur te hebben gesteld, omdat (naar hij beleefdheidshalve voorgeeft te geloven) zijn neef blijkbaar niet genoeg moeite gedaan heeft. Hij geeft echter aan een minnelijke schikking de voorkeur. |
|