De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
(1976)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEerste deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 259]
| |
88 Aen sijn Exc1 Doorlughtighste hooghgebooren Vorst Genaedighste Heer,
2 Om mij te quijten van den last bij apostille Uwer Pr: 3 Excie in date den vijen Jan lestleden, onlanx 4 ontfangen, heb ick bij desen gevoeght d'informatien 5 genomen op den nederslagh geperpetreert door WijbrandtGa naar eind5 6 Jacobsz. chirurgien. Dewelcke gebooren wt Noortholland, 7 gehouwt inden Dorpe van Hujsen aldaer ontrent ses jaeren 8 gewoont ende verkeert heeft (voor soo veele mij gebleecken 9 is) niet anders dan een man met eeren toestaet, op denGa naar eind9 10 xxven Martij ao 1612 in seker gelagh twistende ende 11 handtgemeen geworden zijnde met eenen Jan Elberstz. heeft 12 den selven met een quetsuire inden bujck sulx gegrieftGa naar eind12 13 dat hij der Wereld overleden is. Waer op de perpetrant totGa naar eind13 14 Naerden aen recht geeischt ende naer gewoonlijcke citatienGa naar eind14 15 niet comparerende bij Schepenen vonnisse wt dese CastelainieGa naar eind15 16 ende 't baljuwschap van Goeijlandt is gebannen ende gecon-Ga naar eind16 17 demneert volghens slands privilegie boven de rechtelijckeGa naar eind17 18 costen, <in> een boete van hondert guldens die bij mij ge- 19 innet ende ter camere vande Rekeninge verandtwoordt zijn.Ga naar eind19 20 Zedert (gemerckt hij sich bujtenslandts heeft moetenGa naar eind20 21 onthouden) en is van sijnen handel oft wandel niet sonder- 22 linx t'mijner kennisse gecomen: maer wel dat hij beswaert 23 met hujsvrouw ende vijf kinderen benevens zijn handwerckGa naar eind23 24 gansch cleene ofte geene middelen hebben soude om sich teGa naar eind24 25 erneren. Ende niet siende waermede in desen haer vorderGa naar eind25 26 dienst te doen bid den almoghenden 27 Doorlughtighste Hooghgebooren Vorst genadighste Heer, 28 altijdt in genaedigher hoedenis te hebben Uw Pr. 29 Excie in wiens gunste ick mij wt alle vermoghen 30 bevelende kusse op 't eerbiedigst de victorieuse handen 31 ende nijghe mij t'haerwaerts. Vanden Hujse te Mujden 32 den ixen Martij a 1616.
33 Uwer Pr Excies 34 Onderdaenste getrouw- 35 ste Dienaer 36 P C Hóóft. | |
[pagina 260]
| |
Hooft brengt aan prins Maurits verslag uit over een doodslag, gevolgd door veroordeling bij verstek door de vierschaar van Naarden. De veroordeelde heeft blijkbaar een verzoek om gratie bij de Prins ingediend, dat deze, ter fine van advies, aan Hooft heeft gezonden. |
|