Woord vooraf
De Pantheonuitgave 138/139 van F.A. Stoett bezat geen inleiding,
zodat het onze plicht was in deze leemte te voorzien. De uitgave en de
verklarende noten waren als in Deel 2 blz. 212-281 van Gedichten van P.C.
Hooft (2e druk van de uitgave van P. Leendertz Wz., door F.A. Stoett,
Amsterdam, 1e deel 1899, 2e deel 1900); wat betreft de verklarende noten met
een groot aantal aanvullingen. Nieuwere inzichten eisten dat deze noten werden
herzien, en elke tekstanalyst heeft bovendien zijn eigen meningen. Overigens,
we hebben dankbaar gebruik gemaakt van de annotaties in de vorige uitgave.
Dr. P. Buijnsters, Dr. C. Nolet, Dr. W. Ornée en Dr. N.
Wijngaards verstrekten ons waardevolle informaties, waarvoor we hier onze
erkentelijkheid betuigen. We bespraken de tekst met onze M.O.-studenten en dat
leidde vaak tot een verheldering; wij danken hen voor hun medewerking.
Tenslotte gaat onze dank uit naar Th. Wilbrink, die ons technische hulp
verleende.
A.J.J. de Witte