Kijkjes in 't rond(1881)–C. Honigh– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 23] [p. 23] De Zonnebloem. Je bent een kleine bengel, En waarom 'k je zoo noem? Eerst rukte je aan den stengel, Toen plukte je aan de bloem. Goudgeel zijn wel haar bladen, Maar donker is haar hart. Wie 't aanraakt, wordt verraden, Kijk maar, je handje is zwart. Kwam je aan je mondje er mede? Dat is ook zwart als roet, Laat maar de bloem met vrede, Die nog wat groeien moet. Dan krijgt ze zwarte zaadjes, Die strooit de wind in 't rond. En met je kameraadjes Raap jij die van den grond. [pagina 24] [p. 24] En als je die gaat drogen En in een doosje sluit, Zaai ze allen - 't zal wel mogen - Als 't voorjaar komt, dan uit. Dan krijg je zonnebloemen, Nog grooter wel dan ik. Elk zal je tuintje roemen, En jij hebt grooten schik. Vorige