Dapes inemptae of De Moufe-schans, dat is de soeticheyt des buyten-levens vergheselschapt met de boucken
(1621)–Petrus Hondius– Auteursrechtvrij
[pagina 29]
| |
Aen mijn Heere,
| |
[pagina 30]
| |
Nootwendigh qũaet, ghebooren door den val Tot straffe van de menschen over al.
Partijen bey, ghewillich haer ghedraghen
In u alleen, en naer u oordeel vraghen,
Wye van haer been den rechten voor sit heeft,
Voert t'hoogste woort, zijn eerste stemme geeft.
Ghy kont het best, en weten, en verclaren;
Die, als den tijt u buyten uwe baren
Van bey de zeen het drooghe doet betreeen,
Nu met de Stadt, nu met het lant te vreen,
Van beyden prouft. Nu volct de Princen hoven,
Nu op u hof te lantwaert zijt verschoven,
In u cantoor en eenicheyt gheseten,
Om al den woel des werelts te vergeten;
En binnen huys, en buyten het ghetier
Der volle Steen, hout altijts uwen swier
Van instrument, en caerte, en alle boucken
Van t'soute meer en stroomen op te soucken;
Om als den tijt de wapens in de hant
Ons weder gheeft, te bannen uyt het lant
De tyrannij in desen crijch gheleden
Om over zee die dobbel te besteden,
En op den stroom en op den eyghen cust
Van ons partij, de oorlogh wel gherust
Ver buyten lant te schuyven, en ter deghen
Haer eyghen Rijck, tot schade wel ghelegen,
Met u matroos te brijnghen in den noot,
En haeren pracht en haeren hoogmoet groot,
In Spagnien selfs te trappen onder voeten,
Om onse schae gheleden daer te boeten;
Tot rechte wraeck aen haer, die onse rust
| |
[pagina 31]
| |
In d'eerste chrijch hier hebben uytgheblust.
Cloucmoedich heer, verlaet die watercusten;
Laet u compas een ure tijts berusten,
En wilt t'proces ghestelt van weder zijen
Van Lant en Stadt ghetrouwelick doorzijen,
En eens voor al het vonnis van haer beyden
Recht vellen; om ten lesten eens te scheyden
Een lanck ghekijft: Oft soo u dat verdriet;
Alleenlick maer dees sticken oversiet,
Daer van my selfs het vonnis is ghestreken.
Indient u lust, ghy kont my wederspreken:
Of vint ghy goet het vonnis hier ghestelt;
Beneffens my u naem hier onderstelt.
|
|