ten willen van een verre donkere standplaats af, neen dat doe ik niet.
- Maar gij zijt er toch zeker van dat hij met den laatsten slag van twaalf hier komen zal om mij te dooden.
- Ik ben er zeker van, hij zal met den eersten slag al hier zijn. Hij zou ook zoo met een ander doen als het voor de zaak van zijn meester noodig was, maar hij schijnt u nog op zeer bijzondere manier te haten.
- Dat voel ik, maar daarom ook mijn wensch. En als gij zeker weet, dat hij mij dooden zal, dan maakt het toch geen verschil uit voor u, dan moet gij mij den dienst bewijzen, die ik u vraag.
Emile verkeerde in heftigen tweestrijd. Hij was werkelijk niet iemand die voor daden van geweld terugdeinsde, hij had dingen op zijn geweten die zeker erger waren. maar dit streed toch tegen zijn gevoel.
- Heusch, ik vind het...
- In strijd met uw eed, vroeg Bénoist snel.
- Neen dat niet.
- Welnu dan doe het, als het noodig is. Misschien, wie weet.....
- Neen vlei u niet met ijdele hoop, gij zijt een stervende gelijk.