Grietje kan koken! Een kinderkookboek voor kinderen van 6-12 jaar(1944)–Adolf Holst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] 10. Peperkoek. ‘Grietje, nu kom ik met moeilijker zaken! Kun je ook peperkoeken maken? Of ben je zover nog niet?’ Peperkoek? wel, waarom niet? Twee eetlepels honig saam in de pan Met een kopje suiker gekookt en dan Goed geroerd met twee eieren erdoor, Acht gram hertshoornzout heb ik daarvoor In de winkel extra gekocht! Ook acht gram potas. ‘En dan?’ Niet lang gezocht: Een mespunt kaneel en kruidnagels toch! Dat mengsel met tweeënhalf kopje meel Gekneed op de plank, en dan maar recht veel Aardige, leuke koeken gemaakt, Mooi bruin gebakken, geloof dat het smaakt! In 't begin zijn ze nog wat hard Maar na tien tot veertien dagen Zijn ze al mooi zacht En goed te verdragen! Als Moeder het goed vindt, bak ik hen meest Zo twee tot drie weken vóór het Kerstfeest. Hier! Wil je eens proeven? Lekker, niet? ‘Werkelijk verrukk'lijk, Griet!’ Vorige Volgende